Ooit kocht ik er bijna een huisje, maar toen bleek dat de makelaar ons – in de vorm van een tuin die niet bij het huis hoorde – knollen voor citroenen poogde te verkopen, ketste de koop af. Sindsdien kom ik, zoals de meeste Leidenaars, eigenlijk alleen tijdens het laatste halfuurtje van 3 oktober nog in de buurt van de Zijlpoort, om daar naar het jaarlijkse vuurwerk te kijken. En dat is best jammer, want het buurtje rond de haven is een mooi en rustig stukje Leiden, met goede restaurants, de prachtig gerestaureerde stadspoort en een fraai kerkhof.
Waarmee het alleen maar niet wil vlotten, is de begroeiing op de beide wallen aan weerszijden van de oude poort. Vermoedelijk trekken de verschillende soorten gras die inmiddels zijn geprobeerd zich net iets teveel aan van de aanwezigheid van de belendende begraafplaats, want al jaren is het een dooie boel op de dijken. Even is nog overwogen de heuvels met kunstgras te behangen, maar gelukkig is dat plan een vroege dood gestorven. Onlangs is bedacht dat klimop voor de gewenste groene aanblik moet zorgen.
Mocht het nu ook met die klimop niet gaan lukken, dan zou ik, geïnspireerd door het zomerse weer in april, willen suggereren hier, net als bijvoorbeeld in Rotterdam en Parijs, een stadsstrand aan te leggen. De duinen hebben we al, en met wat helmgras ziet het er binnen de korste keren levensecht uit. Dat makelaars hun kans schoon zullen zien, en hier dan woningen ‘nabij het levendige strand van Leiden’ aan de man zullen proberen te brengen, zullen we alleen met een korreltje zeezout moeten nemen.