Veel straatnamen in Leiden herinneren aan de bloeiende handel die er in vroeger tijden gedreven werd. Van boter en kaas, tot turf, garen en varkens: op verschillende plekken in de stad waren gespecialiseerde markten voor de meest uiteenlopende producten. Ook monumenten zijn soms stille getuigen van de commercie van weleer: de visbanken naast de fontein op de Vismarkt bijvoorbeeld, en – niet te missen – de onlangs zorgvuldig gerestaureerde Koornbeursbrug.
Marktkoopman Ton Ranselaar, die op de Leidse markt zijn fijne stroopwafels aan de man brengt, opperde dat de Koornbeursbrug verstoken zou moeten blijven van ambulante handel. De ondernemer, die eerder in het nieuws kwam omdat koekenbakkers in Marokko er maar niet in slaagden de namen van verschillende Leidse bezienswaardigheden foutloos op de door hem ontwikkelde stroopwafelpotten te drukken, meent dat Leiden bij wijze van ‘photo opportunity’ ook tijdens marktdagen recht heeft op zijn eigen Rialtobrug.
Volgens mij zou je meer recht doen aan de historie van de brug door juist op deze plek de bakkerskramen van ’t Stoepje, De Poorter en eventueel ook de stroopwafelkraam van Ranselaar te parkeren. Want ik geef toe: die lampenkappen en Afrikaanse kraaltjes en spiegeltjes die er nu zijn uitgestald, doen de brug geen goed. Wat er zal gebeuren als er op woens- en zaterdagen geen handel wordt gedreven op de Koornbeursbrug, laat zich echter vrij eenvoudig raden: dan heeft Venetië aan de Rijn er plotseling twee gratis overdekte fietsenstallingen bij. En dat is zéker niet fotogeniek…