Vorige week maandag vond in grand café De Pieterskerk de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Leiden plaats. Alle Leidse hotemetoten waren er, er was gratis drank en de burgemeester hield een toespraak. Van de rellen tijdens de jaarwisseling had hij zijn buik vol, zei hij. Het klonk ferm. Lenferink vond dat dat volgend jaar écht anders moet, maar hoe precies bleef onduidelijk. Veel hing af van de hulp van de burger.
Vervolgens vertelde hij dat hij het manifest van Doekle Terpstra had ondertekend. Moest er ook in Leiden niet een breed tegengeluid gaan klinken, en wilde iemand daartoe wellicht het initiatief nemen? Afwachtend keek de burgemeester de kerk rond. Het bleef angstig stil.
Zelfbedieningsgemeente Leiden: het parkeerprobleem wordt toevertrouwd aan een stichting, het belangrijkste feest aan een vereniging, en ook nu legde Lenferink de bal bij de burger. Inmiddels werd hij geflankeerd door zijn nieuwe wethouders, zo op het oog ook niet bepaald de vleesgeworden daadkracht. Ze deden me denken aan de oudercommissie van een basisschool of de vrijwilligers die een zwaar gesubsidieerd dorpsbibliotheekje draaiend houden. Ik kreeg behoefte aan drank, maar de burgemeester was nog niet klaar. De binnenstad moest nog op de schop, want veel zaken waren voor verbetering vatbaar. Zei hij nu echt dat we daar gezamenlijk maar een lijstje van moesten maken? Ja, dat zei hij echt. Nog tijdens het slotapplaus bestelde ik zuchtend een biertje – ‘of doe er maar gelijk twee.’ Het DZB-barmeisje deed niet moeilijk. Zelfbediening heeft gelukkig ook voordelen…