Maandelijks archief: augustus 2008

We en ze

‘We hebben goud,’ zei ik, toen Marianne Vos vorige week Olympisch kampioen werd bij de puntenkoers. Terwijl ik een dag ervoor nog had gezegd dat ‘ze’ (de baanwielrenners) er in Beijing niets van bakten. Het is een bekend gegeven: we winnen, en ze verliezen. Hoewel ik zelf nog maar zelden op een fiets zit en de regels van die puntenkoers niet eens ken, hadden ‘we’ dus goud.

Op een wereldranglijst van tweeduizend universiteiten staan we zesenzeventigste. We? Jazeker, de universiteit van Leiden is volgens een onderzoek van de Jiao Tong University uit Shanghai na Utrecht de tweede universiteit van ons land (zilver!) en de drieëntwintigste van Europa. Van oudsher gaan de autochtone Leidenaar en de student lastig samen door één deur, maar met dit aansprekende resultaat zou er toch best sprake mogen zijn van een feestelijk ‘we’-gevoel in onze Sleutelstad.

Welke waarde aan dit onderzoek moet worden gehecht, valt echter nog maar te bezien, want de universiteit uit Shanghai komt zelf in de top 200 niet eens voor. De prutsers! Waar het bij Nederlandse universiteiten in de eerste plaats om onderwijs en in mindere mate om onderzoek gaat, ligt de nadruk in het Chinese onderzoek juist vooral op onderzoeksresultaten: het aantal publicaties dat de medewerkers op hun naam schrijven en het aantal wetenschappelijke onderscheidingen dat zij in de wacht slepen, dát zijn de factoren die tellen. Het onderwijsniveau telt niet mee, terwijl ik toch aan den lijve heb mogen ondervinden dat de meest publicerende wetenschappers niet per definitie de beste docenten zijn. Ik stel dus voor dat ze in China ook het aantal publicaties van afgestudeerden gaan meetellen. Met de 52 columns per jaar die alleen ik al voor mijn rekening neem, moeten we volgend jaar toch nog wel wat plaatsen kunnen stijgen…

Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

La Vida Leiden

Bemoei je met je eigen zaken. Dat is de letterlijke betekenis van de Latijnse naam van het roemruchte, in 1890 opgerichte studententijdschrift Propria Cures, waar onder meer Slauerhoff, Bomans, Brandt Corstius en Biesheuvel hun carrière begonnen. Twee weken geleden gingen er zo’n drieëntwintighonderd exemplaren van het gratis introductienummer van het blad retour afzender omdat de organisatie van de Leidse El Cid-week weigerde ze onder de nieuwe eerstejaars te verspreiden.

Wat een beangstigende braafheid. Want hoewel er formeel geen reden is gegeven voor deze vorm van censuur, heeft het er alle schijn van dat een tekening van Fokke & Sukke op de voorpagina en een hilarisch bedoelde rubriek waarin niemand (of beter: niets) minder dan de anus van Albert Verlinde lezersvragen beantwoordt, bij de El Cid-commissie in het verkeerde keelgat zijn geschoten. Zouden de zieltjes van de nieuwe lichting studenten hier werkelijk te teer voor zijn? Of worden de Leidse eerstejaarsdagen gekenmerkt door een jaren vijftig-achtige spruitjeslucht en is La Vida Leiden, dat volgens het thema van El Cid 2008 geliv’d zou moeten worden, nogal aan de bekrompen en kleinburgerlijke kant?

Ik moet zeggen dat ik wel leukere (én aanstootgevendere) Fokke & Sukke-cartoons heb gezien, en ook de vragenrubriek, waarin de anus van Albert Verlinde niet verder komt dan ‘prrrffft’, ‘fwiep’ en ‘pruttel’, is aan de puberale kant en doet tamelijk schoolkrantachtig aan. De echte Albert Verlinde kon er desondanks wel om lachen en gaf in een weinig subtiele reactie aan best te houden van grapjes die ‘tot het gaatje gaan’. En Tjanus? Die is er nooit zo van gecharmeerd wanneer moraalridders voor anderen denken te moeten bepalen wat goed voor ze is. Met andere woorden: bemoei je met je eigen zaken. Prrrffft!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Andere koffie

Als er niets aan de infrastructuur wordt gedaan, verandert Leiden in een soort Anton Pieck-stad, zo waarschuwen de duo-voorzitters van ondernemersvereniging BV Leiden in de onlangs verschenen editie van het tijdschrift ‘Het Ondernemersbelang’. Soms lijkt me dat helemaal geen verkeerde gedachte. Lekker rustig, en in een echte Anton Pieck-stad vind je ook nog echte, Pieckoreske middenstand: een slagerij, een groentenboer, een viswinkel. Kom daar in de Leidse binnenstad vandaag de dag nog maar eens om. Eenheidsworst all over the place, terwijl gespecialiseerde winkels voor de dagelijkse boodschappen op de vingers van één hand te tellen zijn.

Onze Haarlemmerstraat is vandaag de dag bijvoorbeeld volkomen inwisselbaar met winkelstraten in andere steden. De telefoonwinkels klitten er samen, zoals het Kort Rapenburg het domein is geworden van uitzendbureaus en in de Donkersteeg relatief veel schoenwinkels gehuisvest zijn. In één kilometer koopplezier vind je slechts één slagerij (Van der Zon) en twee bakkers (AA en BB: Ak-Al en Bakker Bart), terwijl een zoektocht naar iets simpels en voor de hand liggends als een appel helemaal vruchteloos zal blijken.

Toch gloort er hoop voor de Leidse liefhebbers van de kleine, gespecialiseerde middenstand, want de Botermarkt verandert langzaam maar zeker in een soort Koffiekade (KK). Simon Lévelt krijgt concurrentie van koffie- en theewinkel het Hofje van Wijs, dat zich in het pand van de helaas ook al verdwenen Leidsche Verswinkel gaat vestigen. En wie er koffie wil drinken kan binnenkort niet alleen bij Vooraf & Toe en Café Macchiato, maar ook bij een filiaal van Coffee*star terecht. Wake up and smell the coffee! Als dát tendenzen zijn die bij een Anton Pieck-stad horen, laat die RijnGouweLijn en die Rijnlandroute dan maar zitten.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Nina China

We gaan nina nina China, zongen de cabaretiers Erik van Muiswinkel en Jeroen van Merwijk, voor wie ik respectievelijk een zwak en een blinde vlek heb. Het heeft de discussie over de Olympische Spelen die vrijdag beginnen ongetwijfeld aangewakkerd: er is niemand in ons land die met betrekking tot de schending van mensenrechten in China nog kan zeggen dat hij het ‘nicht gewusst’ heeft. Maar er is ook geen sporter die om deze reden daadwerkelijk nina China gaat. Wellicht hadden Erik en Jeroen nog op een weigering gehoopt van Okidoki, het springpaard van ruiter Albert Zoer, vlak voor een olympische hindernis. Maar Zoer blijft thuis: wegens een gebroken been, niet uit principe.

Er zijn wel artiesten die, min of meer principieel, nina China gaan. Twee, om precies te zijn. En ze komen uit Leiden. Het dj-duo Wipneus en Pim zal niet optreden in het Holland Heineken House in Beijing. De Chinese autoriteiten verlangden namelijk dat het tweetal van alle plaatjes in hun koffertje een vertaling inleverde. Wie weleens een handleiding van een uit China afkomstig product heeft geprobeerd te lezen, weet dat het met de eisen die daar aan vertalingen worden gesteld doorgaans wel losloopt, maar toch. Als je ‘Er staat een paard in de gang’ vertaalt, zullen die Chinezen toch willen weten of het niet stiekem over die dekselse Okidoki gaat.

Het was, zelfs als ze de gewenste vertalingen hadden verstrekt, overigens maar de vraag geweest of Wipneus en Pim met open armen zouden zijn ontvangen. De kabouters uit de gelijknamige kinderboekjes, waarnaar het duo zich vernoemde, zijn immers ontsproten uit de katholieke breinen van een aantal kloosterbroeders uit Maastricht. En tussen Chinese katholieken en de westerse paus is het nu eenmaal alles behalve kroepoek en foe yong hai. Niet okidoki dus.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column