Morgen wordt de voorlopige uitslag van de Waterschapsverkiezingen bekendgemaakt. Spannend! Ik heb op meneer Helder gestemd, want dat vond ik wel goed klinken, qua water. Ik veronderstel dat hij, net als de andere 115 mij volslagen onbekende pluche-pretendenten, een voorstander is van droge voeten en schoon water.
Om de schijn te wekken dat het echt ergens om ging, deden er dit jaar voor het eerst ook politieke partijen mee. Alsof de kandidaten van ChristenUnie-SGP met beproefde trucjes (lopen over water, water in wijn veranderen) daadwerkelijk kunnen zorgen voor ‘Change’. Er waren ook leden van de Partij voor de Dieren verkiesbaar – met alle risico’s van dien, want voor je het weet staat Leiden Noord onder water omdat er een verdwaald rietvoorntje uit het gemaal moet worden gered.
Waarom fuseren die 26 waterschappen niet gewoon tot één nationale, uitvoerende dienst, ressorterend onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat? Geen regionaal gedoe met bureaucratische, miljoenen verslindende bestuurslagen en dito verkiezingen, maar zoiets als de Belastingdienst. Kan meteen dat belachelijke principe op de schop dat een 2-persoonshuishouden voor vier droge voeten net zoveel betaalt als een gezin met zes kinderen voor zestien. Dat zal ook wel weer een vorm van vroeg-middeleeuwse folklore zijn, net als die waterschappen zelf. Ongetwijfeld zullen dijkgraven, heemraden en wellicht zelfs míjn meneer Helder nu roepen dat ik geen idee heb waarover ik praat. Maar er zijn er miljoenen zoals ik, die desondanks allemaal mochten stemmen. Burgers die niet zitten te wachten op een vinger in de pap, maar die verwachten dat er iemand zijn vinger in de dijk steekt als het onverhoopt een keer fout mocht gaan. Als er een Brinker op de lijst had gestaan, dan had ik op hem gestemd…