Meneer Joost, onze centrummanager, verstuurt zijn brieven sinds kort niet meer per post, maar hij publiceert ze in de krant – zoals ook u heeft mogen ondervinden. Omdat dit een zaak betreft die alle Leidse kinderen aangaat, wil ik dat ook eens proberen. Ik hoop dat het mij, in tegenstelling tot meneer Joost, wél lukt mijn punt te maken, en dat ik niet om de hete brij blijf heendraaien. Terzake dus.
U heeft het vast druk met de voorbereidingen voor komende vrijdag (heeft mijn verlanglijstje u bereikt?), maar graag wil ik toch nu al uw aandacht vragen voor het feest van volgend jaar. Zou u dan voor de verandering eens zélf naar Leiden kunnen komen, en ons voor één keer niet willen opschepen met de slechtst denkbare hulpsint uit uw personeelsbestand? Ik vind (columnisten vinden altijd van alles) dat de kinderen in Leiden recht hebben op een Sinterklaas die er niet alleen uitziet als u, de échte Sint, maar die ook doet en praat als de Sint die ze van tv kennen. Met het zanikende timbre van de huidige, nogal vermoeid ogende hulpsint kan ik nog best leven, en met die Leids aandoende R probeert u waarschijnlijk iets herkenbaars te bewerkstelligen, maar dat de intocht ook dit jaar weer uitdraaide op een anticlimax omdat deze hulpsint politieke onderonsjes met de burgemeester belangrijker vindt dan een dankwoord aan het adres van de kleumende maar desondanks hartstochtelijk zingende kinderen, was zeer teleurstellend. En sinds wanneer krijgen zij cadeautjes van de warenmarkt, en niet van u? Splitste u ons deze ‘nietcolaas’ soms in de maag omdat u boos was dat de intocht in Leiden door gedoe met draaiboeken en vergunningen bijna niet door was gegaan? (Kijk, dat las ik nou in míjn Grote Boek…)
Ondanks alles kijk ik nu alweer uit naar de intocht van 2009. Tot dan?
Tjan