Maandelijks archief: april 2009

Ontdekkingen

Leiden heet een stad van ontdekkingen te zijn. Een goede slogan vind ik dat, want hoewel ik hier geboren en getogen ben, ervaar ik met de regelmaat van de klok dat er nog altijd veel te ontdekken valt. Daarvoor hoef ik niet eens lijfelijk door de straten van onze mooie stad te struinen. Die ontdekkingen doe ik ook gewoon thuis, achter mijn pc, en dan vooral op vrijdag, als de Leidse blogger Tagrijn in zijn rubriek Leids Detail (even googlen) weer drie bijzondere stukjes Sleutelstad belicht.

In Madurodam, waar een deel van het Rapenburg is nagebouwd, ontdekte ik pas dat in de gevel van het Academiegebouw van de universiteit, op de plek van het derde raam van rechts, wél een boog is gemetseld, maar dat een raam ontbreekt. Hoe asymmetrisch ook: het was me nog nooit opgevallen. Enfin. Toen ik onlangs op het Rapenburg was, bleek het Madurodammer schaalmodel inderdaad uiterst natuurgetrouw.

Niet in Madurodam, maar wel aan het Rapenburg, bevindt zich de Bibliotheca Thysiana, die tachtig jaar na het Academiegebouw werd gebouwd. Hoewel dit geen échte ontdekking is – ik had er al veel over gehoord en een bezoekje prijkte hoog op mijn verlanglijstje – betrad ik dit prachtige pand pas anderhalve week geleden voor het eerst. De bibliotheekruimte op de eerste verdieping, met de oorspronkelijke collectie daar nog in, is adembenemend. De bibliotheek is weliswaar slechts op afspraak en tegen betaling te bezoeken, maar eigenlijk zou iedere rechtgeaarde Leidenaar dat eens moeten doen. Mocht u dit tot dusver hebben nagelaten, dan bevindt u zich in goed gezelschap: ook Johannes Thijsen, naar wie de Bibliotheca is genoemd, heeft zijn eigen biblioheek nooit gezien. Híj had echter een heel goed excuus: Thijsen was al twee jaar dood toen het pand conform zijn laatste wil werd gebouwd.

Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Nico for stadsdichter!

Gedichten op meer dan honderd blinde muren, een Dichtersgilde dat al tien jaar bestaat, een jaarlijkse gedichtenmanifestatie op de Nieuwe Rijn… Hoewel Leiden onmiskenbaar iets heeft met poëzie, ontbreekt het onze stad aan een stadsdichter. De zelfbenoemde ‘stadsdichterette’ Pink Meltzer laat ik hierbij bewust even buiten beschouwing, want steeds als ik word geconfronteerd met haar ongetwijfeld goedbedoelde ‘Pinksels’ (een soort dertien in een dozijn-gedichtjes) beginnen de spiertjes in mijn tien tenen spontaan nauwelijks te onderdrukken samentrekkende bewegingen te maken. Laten we het er gemakshalve maar even op houden dat dat aan mij ligt.

Nico Dijkshoorn, de huisdichter van ‘De Wereld Draait Door’, bedient zich in zijn eveneens rijmloze gedichtjes van eenzelfde formule als Pink: ook zijn gedichten zijn doorgaans kort (maar dan wél krachtig) en lichtvoetig (maar dan wél leuk). Bovendien weet Dijkshoorn zijn wél oorspronkelijke invalshoeken in tegenstelling tot de dichterette wél uiterst scherp en doeltreffend onder woorden te brengen.

Het goede nieuws is dat Dijkshoorn sinds kort in Leiden woont. Ik zeg: omarmen, inlijven en uitbuiten, deze nieuwe stadsgenoot. Vorige week gaf hij tijdens een diapresentatie bij Kooyker voor een vijftigkoppig publiek een proeve van zijn kunnen en toonde hij met een reeks Leidse gedichtjes zijn betrokkenheid bij zijn nieuwe woonplaats. Met Nico Dijkshoorn krijgen we zomaar een eigen Deelder in ons schoot geworpen! Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me dat ik nu het risico loop dat de redactie van het Witte Weekblad ontdekt dat deze aanstaande stadsdichter ook ijzersterke columns schrijft. Mocht dit impliceren dat er op deze plek dan wekelijks een stekelig stukje van Dijkshoorn verschijnt, wil ik dat risico best nemen.

7 reacties

Opgeslagen onder Column

Pfff

‘Wanneer ik met mensen praat over Leiden als winkelstad en mijn riedel heb afgerateld, word ik vaak geconfronteerd met de onvermijdelijke 3 j’s: "Ja Joh Joost."’ Dit is een typische, onzorgvuldig geformuleerde Joost Bleijie-zin in een al even typische Bleijie-column. ‘Vaak’ betekent immers ‘niet altijd’, dus zo onvermijdelijk zijn die 3 j’s nu ook weer niet. Als ik de wekelijkse column van onze centrummanager in het Leids Nieuwsblad lees, spelen bij mij altijd de onvermijdelijke 3 f’en op, met daarvoor een hoofdletter p.

Dat zijn ‘Leidse Nieuwe’ taalkundig rammelt, is nog tot daaraan toe. Mijn ‘Pfff’ wordt met name veroorzaakt door de omhaal van woorden waarmee Bleijie steevast om de hete brij heen draait. Ten tijde van Robert Strijk schreef ik hier al eens dat een centrummanager zowel de gemeente als de middenstand te vriend moet houden. Ik heb de indruk dat Strijk met deze spagaat veel beter uit de voeten kon dan zijn opvolger, die in mijn ogen tot dusver weinig daadkracht heeft getoond.

Ook in de Ja Joh Joost-column komt Bleijie weer niet verder dan de constatering in Leiden wel veel leuke winkeltjes uit het zwerfsegment zitten, maar dat winkels uit het topsegment ontbreken. Hij noemt geen oorzaak, hij komt niet met een oplossing, hij constateert slechts dat Leiden een Zara en een Sting mist. Pfff… Dat het in Nederland slechts 13 filialen tellende Zara zich niet in de qua inwonertal achttiende stad van het land vestigt, lijkt me met een winkel in Den Haag om de hoek toch vrij evident. Bleijie denkt dan weer wel te snappen dat je in buurbollendorp Lisse geen Sting aantreft: dat is namelijk geen regiocentrum. Maar hoe zit het dan met Capelle aan de IJssel, Sneek en Ede? In deze drie metropolen zit wél een filiaal van Sting. Net als op Haarlemmerstraat 77 trouwens…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Boe!

De Stadsgehoorzaal is niet langer de naam van het gebouw aan de Breestraat, maar alleen nog van de grote zaal, die nu samen met de Aalmarktzaal en de Waag het Stedelijk Concertgebouw Leiden vormt. Drie jaar lang heeft het gebouw als ’s werelds meest exorbitante kassahokje gefungeerd, waar slechts kaartjes werden verkocht voor een handjevol voorstellingen in de Waag. Drie jaar lang ook heeft directrice Petra Unger kunnen werken aan de programmering voor het langverwachte openingsseizoen.

Maar het programma voor 2009/2010 wekt helaas de indruk een regelrechte kopie van het laatste programma van vóór de jarenlange sluiting te zijn. Los daarvan is het echter vooral de kwantiteit die teleurstelt: de seizoensbrochure telt welgeteld 91 voorstellingen. Dat is vergelijkbaar met wat het met sluiting bedreigde LAK-theater jaarlijks op één podium ten tonele voert. De Leidse Schouwburg programmeert, eveneens met maar één zaal, meer dan 250 voorstellingen per seizoen. Gemiddeld is er met 91 voorstellingen op jaarbasis in elk van de drie SCL-zalen dus niet vaker dan eens in de twee weken iets te beleven. Omdat bovendien op slechts tien avonden op meer dan één podium tegelijk wordt gezongen, gedanst of gemusiceerd, vraag ik me af of die Aalmarktzaal überhaupt wel nodig was en of men niet had kunnen volstaan met een akoestisch verantwoord schuifwandje, dat in de grote zaal bij geringere belangstelling voor de nodige intimiteit had kunnen zorgen. Met de uitgespaarde miljoenen had het LAK-theater nog minstens 25 jaar vooruit gekund.

Nog voor het doek in september voor de eerste keer wordt opgehaald, roep ik dus nu alvast ‘Boe!’. En voor wie vindt dat de vertrekkende directrice meer verdient, voeg ik daar desgevraagd graag nog wat aanmatigend geklap en een striemend fluitconcert aan toe.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Rook Reveille

Soms wordt mij per mail gevraagd of ik een column wil schrijven over een of andere vermeende misstand in uw en mijn stad. Meestal wimpel ik dergelijke verzoeken vriendelijk af (neem zelf een column, denk ik dan), maar deze week maak ik voor één keer een uitzondering. Dit weekend ontving ik namelijk een ontluisterend mailtje van een clubje dat onlangs is opgericht en dat zich De Peukgeuzen noemt. Ene Marco schreef me dat hem via een niet bij name genoemd raadslid ter ore is gekomen dat er in de achterkamertjes en wandelgangen van het Leidse stadhuis momenteel druk gelobbyd wordt om de hele binnenstad op 2 en 3 oktober tot rookvrije zone te bombarderen. Binnen de singels zou er tijdens de festiviteiten niet mogen worden gerookt, ook niet op straat.

Vorig jaar ging op last van het stadsbestuur de muziek op een laag pitje en dit jaar wacht ons tijdens het Feest der Feesten dus een algeheel rookverbod. De betutteling viert hoogtij en ik vraag me dan ook af waar dit stopt. Mag er in 2010 geen alcohol meer worden geschonken? En moet in 2011 de helft van de kermis het veld ruimen om gokverslaving tegen te gaan? Overigens zal de aanstaande Leidens Ontzet ook de eerste zonder gerookte paling zijn, want als het aan minister Verburg ligt mag er in oktober niet meer op paling worden gevist.

Om de politiek wakker te schudden en de betutteling tegen te gaan roepen De Peukgeuzen de Leidse bevolking op vanavond aanwezig te zijn tijdens de eerste zogenaamde Rook Reveille. Net als de traditionele Reveille over precies een half jaar, vindt de bijeenkomst plaats op het Stadhuisplein. Ook dit evenement begint om klokslag zeven uur (maar dan ’s avonds) met het zingen van het Wilhelmus. Namens De Peukgeuzen bent u van harte uitgenodigd om uw stem te laten horen (roken is toegestaan).

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column