Niets menselijks is mij vreemd, dus ook ik reageer nogal eens prematuur op nieuwsfeiten. Toen ik vernam dat uit een onderzoek van RTL was gebleken dat Leiden de gemeente was die de hoogste schadevergoeding had uitgekeerd naar aanleiding van het afgelasten van de koninginnedag-activiteiten na de dramatische dodenrit van Karst Tates, ontglipte mij een welgemeend ‘Nou ja zeg, wat een lijkenpikkers!’ – 78.000 euro is er betaald aan wat haast niets anders kan zijn dan de organisatie van het gratis toegankelijke dance-event met dj Armin van Buuren.
Maar had deze organisatie de kosten en de gedorven inkomsten in deze economisch barre tijden dan zelf maar moeten ophoesten? Het is het weloverwogen besluit van de gemeente geweest de oranje-activiteiten in onze stad te staken, dus is het niet meer dan logisch dat de gemeente verantwoordelijk wordt gesteld voor de financiële consequenties van dat besluit. Begrijp me niet verkeerd: ik was en sta nog altijd helemaal achter de beslissing van Lenferink en consorten, en vond het uitermate vreemd en pijnlijk dat in Amsterdam de feestelijkheden op bijvoorbeeld het Museumplein wél gewoon doorgang vonden. Overigens neem ik wel aan dat Leiden op zijn beurt weer een claim heeft neergelegd bij de verzekeraar van Tates.
Een paar weken geleden vond het optreden van Armin van Buuren alsnog plaats, en ook daarbij had ik een onmiskenbaar ‘Nou ja zeg!’-momentje. Wat een bizar strenge beveiliging stond er bij de toegangshekken, en wat was er toen het evenement zijn finale naderde een overdreven hoeveelheid blauw op straat! Dat lokt juist agressie uit, meende ik toen. Maar toen ik via Twitter de eerste berichten las over de rellen op een vergelijkbaar event op het strand van Hoek van Holland, dacht ik daar plotseling toch heel anders over…