De afgelopen weken kreeg ik meer reacties op een column die ik niet, dan op de columns die ik wel heb geschreven. Want waarom had ik geen Steeksleutels aan het vertrek van wethouder John Steegh gewijd? In de eerste plaats omdat wethouder Steegh minder kleurrijk was dan zijn bonte vestjes- en stropdassencollectie deed vermoeden, ten tweede omdat ik al eens een column over hem geschreven had (of beter: over zijn blinde styliste), ten derde omdat er in onze stad met de RijnGouweLijn, de verbreding van de A4, de Rijnlandroute en de Ringweg Oost wel belangrijker zaken spelen dan een doodlopend steeghje, en ten vierde omdat ik geen zin had hem met een column nog een trap na te geven.
De laatste keer dat ik John Steegh in functie zag was tijdens de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie in de Pieterskerk. Ik gunde hem een beter jaar dan 2009, waarin gedoe rond Het Warenhuis en de privatisering van Gevulei hem bijna de primair gekleurde das om hadden gedaan. Even overwoog ik nog hem aan te spreken op het strooibeleid, en dan met name voor de deur van de kerk, waar de ene na de andere lokale hotemetoot op de spekgladde stoep onderuitging. Ach, hij merkt het wel als hij zelf ten val komt, dacht ik, terwijl ik behoedzaam de kerk verliet.
Dat gebeurde iets meer dan een week later: pootje gelicht door de raadsleden van zijn eigen partij, die een eerder gesloten college-akkoord niet wilden respecteren. Om zich de laatste weken voor de Gemeenteraadsverkiezingen duidelijker te kunnen profileren en afstand te kunnen nemen van het nog zittende college? Wellicht, al is de lijstverbinding die GroenLinks en PvdA even later aangingen dan weer opmerkelijk. Ook vanuit de PvdA bezien. Want maakte de Nacht van Steegh niet pijnlijk duidelijk hoe zwaar GroenLinks aan een gemaakte afspraak tilt?