Maandelijks archief: juni 2010

Sloepenwijk (2)

Twee weken geleden sprak ik in deze column de verwachting uit dat de nieuwe wijk Groenoord – waarvoor de Groenoordhallen het veld moeten ruimen – er niet zou komen. Nog diezelfde dag maakte de gemeente Leiden bekend garant te zullen staan voor de realisatie van dit project. Ik geef het eerlijk toe: de mogelijkheid dat de wijk – waar nieuwe bewoners gelokt worden met een sloep – er alsnog komt omdat Leiden schijnbaar bereid is via een garantstelling flink het schip in te gaan, had ik niet kunnen, durven en willen bedenken.

Een stad die de komende jaren tientallen miljoenen moet bezuinigen – honderden euro’s per inwoner – stelt dus geld beschikbaar voor de bouw van woningen waarnaar meer dan een jaar nadat de eerste huizen van deze Sloepenwijk in de verkoop zijn gegaan nauwelijks vraag blijkt te zijn. Omdat ze simpelweg te duur zijn, maar ook omdat de afdeling verkoop er met de pet naar lijkt te gooien. Potentiële kopers worden niet uitgenodigd voor verkoopbijeenkomsten, de website wordt nauwelijks geüpdatet en per e-mail gestelde vragen worden slechts beantwoord door naar deze site te verwijzen, zo bleek uit reacties die ik naar aanleiding van mijn vorige column over Groenoord ontving.

Maar ja, wat zou je je ook druk maken als de gemeente uiteindelijk het gelag betaalt? Ik mag toch aannemen dat Leiden wel voorwaarden stelt aan de garantstelling en de projectontwikkelaar tot aantoonbare inspanningen verplicht voor wethouder Robert Strijk onze gemeentelijke schatkist van het slot draait. Of fungeert de stad slechts als doorgeefluik van de meer dan een miljoen euro subsidie die vanuit Den Haag in het kader van de crisismaatregelen tegemoet mag worden gezien? Groenoord als werkverschaffingsproject, net als de Leidse Hout in de jaren dertig. Oude tijden herleven…

Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Gouden Luit

Als je in Leiden zegt dat Aad zijn luit aan de wilgen hangt, dan weet elke Leidenaar precies over wie je het hebt. 'Maar waar scheidt Luit dan mee uit?' zal hij hooguit willen weten, want duizendpoot Aad van der Luit beweegt zich op vele terreinen. Als collega-columnist in Het op Zondag blijft hij actief en ook zijn werkzaaamheden voor de D66-fractie in de gemeenteraad zet hij voort: Aad blijft gewoon in de raad. Maar na 25 jaar neemt Van der Luit deze zomer wél afscheid als organisator van de Lakenfeesten: van 1 tot en met 4 juli deelt hij voor het laatst de Leidse lakens uit.

Drie jaar geleden noemde ik dit vierdaagse evenement in deze column gekscherend nog de Van Hetzelfde Laken Een Pak-feesten, want de meeste bezoekers van de traditionele maar o-zo-succesvolle onderdelen kunnen het programma intussen wel dromen: de Peurbakkentocht, Leiden Culinair, de Dragonboatrace, de Lakenmarkt… Ook dit jaar zullen de Lakenfeesten weer talloze bezoekers trekken. In 2009 waren dat er maar liefst een half miljoen, en dat is meer dan Parkpop, Pinkpop en de TT van Assen bij elkaar!

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik Aad van der Luit weliswaar niet heel goed ken – ik schud hem eens per jaar de hand tijdens de gezamenlijke nieuwjaarsborrel van onze kranten – maar toch goed genoeg om hem te kunnen karakteriseren als een aardige vent met een klein hartje, dat onmiskenbaar op de juiste plaats zit. Een gouden kerel dus. En daarom zou ik de organisatoren die zijn taken volgend jaar overnemen willen voorstellen om de Gouden Pet, het populaire programma-onderdeel dat ik in deze column nog niet genoemd heb, om te dopen tot de Gouden Luit. Als dát geen mooie naam is voor een straatmuzikantenconcours, dan weet ik het ook niet meer. En een subtiel en passend eerbetoon bovendien.

2 reacties

Opgeslagen onder Column

Sloepenwijk

‘Ze zijn volslagen gestoord,’ zei ik tegen mijn vrouw. Ik herinner me nog dat ik het prettig vond dat ik die uitspraak zonder verdere nuancering kon doen. In een column is dat wel anders! In Naturalis werden vorig jaar op een zonnige zaterdag in april de eerste woningen van het nieuwbouwproject Groenoord aan de man gebracht en hoofdschuddend bladerde ik door een verre van handzame, peperduur uitgevoerde prospectus. Geen enkele woning onder de drieënhalve ton. ‘Dit wordt een fiasco,’ voorspelde ik.

Na het weekend las ik tot mijn verbijstering dat alle aangeboden huizen die bewuste zaterdag waren verkocht. Het werd even stil rond Groenoord, een stilte waarin veel aspirant-kopers zich blijkbaar bedachten: in juli bleek nog niet de helft van de eerste 47 woningen daadwerkelijk verkocht te zijn. Langzaam begon mijn gelijk zich af te tekenen. Nieuwe kopers kregen naast aantrekkelijke financieringsvoorwaarden ook een gratis sloep aangeboden. De bouw van wat ik sindsdien de sloepenwijk ben gaan noemen zou van start gaan als zeventig procent van de huizen was verkocht. De eerste paal moet nog de grond in.

Wél is inmiddels begonnen met de sloop van de Groenoordhallen, die voor de sloepenwijk moeten wijken. Maar vorige maand haakten opnieuw veel kopers af toen een jaar na ondertekening hun contract afliep. De teller staat nu op twaalf en de bouw start als de helft van de woningen verkocht is. Ik ben bang dat dat niet gaat gebeuren, en dat zou betekenen dat een zoveelste project in onze stad geen doorgang vindt. Dit keer niet omdat de politiek om de hete brij heen bleef draaien en geen consensus wist te bereiken, maar omdat een woningcorporatie zich ten onrechte rijk rekende en in een kwakkelende economie veel te dure huizen aanbiedt. Met gratis bootje, dat dan weer wel.

2 reacties

Opgeslagen onder Column

Troefkaart

De dinsdag na pinksteren belde ik noodgedwongen (want beroepshalve) met een Amsterdammer – zo’n échte, die van zaniken en zeveren zijn levensvervulling heeft gemaakt. ‘Zo, we hebben het weer gehad, hè?’ zei hij. Ook zoiets: een gesprek denken te kunnen beginnen met een zuigend zinnetje, dat even cryptisch als zeikerig is. ‘Wat?’ vroeg ik dan ook, enigszins tegen mijn zin in. ‘De verplichte vrije dagen natuurlijk. We moeten weer door tot de kerst.’ Hij zei het zuchtend. Als deze man over motivatie beschikt, weet hij die heel goed te verbergen. Al vanaf zijn veertigste telt hij de dagen tot zijn pensioen af, althans, daar zie ik hem voor aan. ‘Van hard werken wordt alleen de baas beter’ luidt een van zijn credo’s.

Ik besloot nog even wat olie op het vuur te gooien en wees hem erop dat beide kerstdagen dit jaar in het weekend vallen. Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Vervolgens hoorde ik hem verwoed in zijn agenda bladeren. ‘Krijg nou wat, wat een klotejaar is dit!’ Het raakte hem zo te horen diep dat God en Vadertje Tijd met die zakkenvullers van een werkgevers onder een hoedje leken te spelen. ‘En nieuwjaarsdag is op een zaterdag,’ deed ik de deur helemaal dicht.

Omdat hij me al eens te kennen had gegeven dat Leiden in zijn ogen een ingedut dorp is waar hij nog niet dood gevonden wil worden, koos ik ervoor een troefkaart uit te spelen. ‘Wíj hebben tenminste 3 oktober nog, dat is een verplichte vrije dag hier,’ zei ik plagerig. Opnieuw hoorde ik hem bladeren – ik wist al wat er komen ging. ‘Haha!’ riep hij inderdaad triomfantelijk. ‘Dat is dit jaar op een zondag, vader!’ Dat 3 oktober dit jaar daarom op 4 oktober valt, wilde er bij hem niet in. En geef toe, eigenlijk is dat ook nauwelijks uit te leggen. Zeker niet aan een verongelijkte Amsterdammer.

1 reactie

Opgeslagen onder Column

Om te lachen

De Leidenaar en de student… Op z’n best blijft het toch een kwestie van gedogen. En dat terwijl de universiteit, die Leiden met regelmaat wereldwijd op de kaart weet te zetten, op een jaar na al net zo lang bij onze stad hoort als Leidens Ontzet. De afgelopen weken was Leids onderzoek weer meerdere malen mondiaal in het nieuws, bijvoorbeeld met het bericht dat er gewerkt wordt aan een vis op zonne-energie. Via gemodificeerd dna-materiaal zou een vis net als een plant kunnen leven van zonlicht. Een mooie oplossing voor de palingoproer binnen de gemeenteraad, dacht ik meteen: de door de Partij voor de Dieren aangezwengelde discussie over wel of geen paling tijdens de gemeentelijke lunchpauze zou beslecht kunnen worden door het serveren van gekweekte solarvis – ware het niet dat die naar verwachting ook naar groenvoer zou smaken.

Uiteraard worden met deze plantaardige vis wetenschappelijke doelen gediend, maar ik zag toch een soort zeekomkommer voor me en moest er een beetje om lachen. Net als om een artikel over de smiley. Volgens de Leidse archeologe Alice Samsom lachen we niet zo :-) maar zo :-(=) en is de op internet ingeburgerde smiley geen juiste weergave van onze glimlach. Misschien kan een medewerker van de faculteit Kunstgeschiedenis de archeologe eens een afbeelding van de Mona Lisa laten zien?

Wél zeer indrukwekkend vond ik de ontdekking van het ‘Methusalem-gen’. Leids onderzoek toonde aan dat een hoge leeftijd deels genetisch bepaald is. Van sommige onderzoeksresultaten hoop je maar dat ze niet op een verkeerde wijze worden toegepast. Stel je voor dat verzekeraars deze genetische levensverwachting mee gaan wegen in het vaststellen van bijvoorbeeld pensioenpremies. Dat zou zeker voor de betrokkenen toch aanzienlijk minder om te :-) dan wel :-(=) zijn!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column