Maandelijks archief: juli 2010

Resultaat

Terwijl heel Nederland in de ban was van Oranje en de kleine Wesley Sneijder presenteerde in Leiden een andere Wesley zijn eerste cd. En waar NL11 met weinig attractief, soms zelfs lelijk resultaatvoetbal in de finale tegen Spanje uiteindelijk net tekort schoot, bereikte winnend Popstars-finalist Wesley Klein zijn doel wel: ‘Vandaag en morgen’ is een aanstekelijke, vrolijke en lekker zomerse cd, waarmee de voormalige betontimmerman uit Leiden bij zijn doelgroep ongetwijfeld weet te scoren.

Aan mij is het album echter niet besteed. Dat hoeft ook niet, zo begrijp ik uit de teksten, die bijna allemaal gericht zijn aan al dan niet veroverde of inmiddels alweer verloren liefdes. En zoals Wesley vanuit zijn professie vast en zeker commentaar zal hebben op beroerd uitgevoerd betontimmerwerk, heb ik de grootste moeite met de kromme zinnen die me tijdens het luisteren naar de cd om de oren vliegen. Het gaat gelijk al mis: ‘Wanneer ik jou kus word ik gek, heb ik me niet in de hand, want ik voel de stroom, de spanning waarin ik ben beland.’ Hoe kun je in stroom of spanning belanden, en waarom zing je ‘me’ als dat ‘mezelf’ moet zijn? Ook het opzwepende ‘Ga met me mee’ begint slecht: ‘Zolang heb ik gewacht op jou, ‘k dacht da’k je nooit zal vinden.’ Zal? Zou!

Maar… het doel heiligt de middelen en slechts het resultaat telt, leerde Bert van Marwijk ons. En dat zal dan ook wel voor songteksten gelden. ‘Alle clichés zijn waar, het minste kan me raken,’ zingt Wesley in het titelnummer, een sympathieke ode aan zijn dochtertje Jailey. Maar aangezien oorspronkelijkheid risico’s met zich meebrengt, had papa zich beter tot clichés kunnen beperken, zo toont de nogal plastische vervolgzin aan: ‘En zo ineens was jij daar, dat wij jou mochten maken.’ Tijd om iets anders op te zetten…

Advertentie

1 reactie

Opgeslagen onder Column

@rembrandt1606

‘Gisteravond had Leiden een mooi feestje voor mij georganiseerd. Dank voor alle felicitaties.’ Aan het woord is meesterschilder Rembrandt van Rijn, op de dag dat hij 404 jaar oud geworden zou zijn. En nee, ik beschik niet over een Bep het Medium-achtig lijntje met de in het hiernamaals rondkuierende Van Rijn, maar volg de koning van licht en donker op Twitter waar hij als @rembrandt1606 zo nu en dan een teken van leven geeft.

Als verstokt twitteraar moet ik vaak uitleggen wat er nu zo leuk is aan dat medium met zijn korte, vluchtige berichtjes. Voor mij zit het hem er vooral in dat Twitter de wereld zoveel kleiner maakt. Ik geef toe, het heeft ook wel iets zinloos om op de boot van deze krant tijdens de Peurbakkentocht in het display van je mobiele telefoontje te lezen dat voormalig wethouder Marc Witteman op Marktplaats een opvouwbare campingtafel te koop heeft aangeboden (Marktplaats Twitterman). Maar wie zijn weg op Twitter een beetje heeft gevonden, zal ontdekken dat er – ook over Leiden – veel nieuwtjes, interessante weetjes en achtergrondinformatie de ronde doen.

Berichten van gene zijde zijn ook voor mij echter iets nieuws. Het mooie feestje waarover Rembrandt in zijn tweet repte, sloeg op de theatrale wandeling door Leiden en het door zo’n honderd man bijgewoonde eerbetoon bij zijn standbeeld aan de Witte Singel. Men proostte met korenwijn en om klokslag twaalf uur kreeg Rem voor het negende jaar op rij een krans omgehangen. Mede-organisator Tjeerd Scheffer maakte in zijn speech bekend dat er die avond een Rembrandtgenootschap was opgericht, omdat de schilder in zijn geboorteplaats niet de aandacht krijgt die hij verdient. Scheffer, die – zo las ik wederom als eerste op Twitter – ook de nieuwe topsportcoördinator van Leiden wordt, krijgt het nog druk!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Pamplona aan de Rijn

Vorige week woensdag vielen er in het Spaanse Pamplona zestig gewonden bij de traditionele stierenrennen. Dronken Spanjolen, opgehitste stieren, smalle straatjes… en dan maar wachten tot er bloed vloeit. Het lijkt me geen evenement dat we hier in Leiden snel zullen zien – en dat is niet omdat we geen smalle straatjes hebben of omdat er geen malloten te vinden zouden zijn die zich vrijwillig laten achtervolgen door een op hol geslagen stier.

In Leiden zijn we namelijk op het betuttelende af diervriendelijk. Na de 3-oktoberoptocht van 2008 kreeg een ganzenhoeder de wind van voren omdat er ‘zonder dat het de dieren gevraagd was’ een troep tamme ganzen meeliep. Alsof die ganzenhoeder niet weet wat wel en wat niet goed is voor zijn beesten. Voor trekvogels die jaarlijks duizenden kilometers vliegen, lijkt een wandelingetje door de Leidse binnenstad me een lachertje.

Dit jaar staken de protesten bij voorbaat al de kop op, en daarom is in de komende optocht ‘Grenzeloos Feesten’ het stierenvechten al gesneuveld. En nee, dan heb ik het uiteraard niet over een ternauwernood nog levende stier met scherpe pijlen in zijn hevig bloedende rug, maar over een carnavaleske uitbeelding van dit Spaanse volksvermaak – een spel dus: twee mannen in een stierenpak en één wapperend met een rode lap. En voor ik nu verkeerd begrepen word: ook ik zit niet te wachten op stierenrennen en walg van de wijze waarop deze dieren in Spanje onder het mom van traditie de dood vinden. Maar met een abstracte weergave van dit gebruik in een feestelijke optocht over uitheemse feesten heb ik – zelfs op dierendag – geen enkele moeite. Dan kun je wel op alle slakken zout gaan leggen. Of… moeten we die zegswijze om onnodig slakkenleed te voorkomen vanaf nu ook maar uit ons woordenboek schrappen?

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

De glimlach van Rem

Niet een werk van Wolkers of van Rembrandt, maar ‘Het laatste oordeel’ van Lucas van Leyden is door de bezoekers van de Lakenhal verkozen tot het topstuk uit de collectie van het museum. Ook ik was als kind al gefascineerd door het zeer tot de verbeelding sprekende, inmiddels bijna 500 jaar oude drieluik, waarop zowel de verschrikkingen van de hel als de hemelse geneugten op fascinerende wijze tot leven komen. Jan Wolkers was verzot op het schilderij en ook Rembrandt was behalve bewonderaar ook verzamelaar van het werk van Van Leyden. Zij zullen het hun huidige stadgenoten dus niet kwalijk nemen dat in hun oordeel het meesterwerk van Lucas van Leyden nu tot pronkstuk is gebombardeerd.

Toch vind ik het een beetje sneu voor Rembrandt, al moet gezegd dat het historiestuk dat de Lakenhal van hem bezit ook niet echt een hoogvlieger kan worden genoemd. We weten niet eens welk historisch, bijbels of mythologisch tafereeltje de grote meester hier in olieverf heeft vereeuwigd – een manco dat door het glimlachende zelfportret dat de ‘zoon van Leiden’ bij wijze van subtiele gimmick aan het schilderij toevoegde ook niet meer wordt goed gemaakt.

Wij Leidenaars hebben gelukkig wel de kans om het goed te maken met ‘onze Rem’, die volgende week donderdag zijn vierhonderdvierde verjaardag viert. Klokke middernacht bent u van harte welkom bij zijn beeld aan de Witte Singel om een glaasje korenwijn op de geboortedag van de grote meester te komen heffen. Geen groot en uitbundig feest, maar een ingetogen eerbetoon door wat ik in de loop der jaren de Leidse Nachtwacht ben gaan noemen. Viert u dit feestje mee? Ik ben ervan overtuigd dat Rembrandt, die na het laatste oordeel in 1669 vast en zeker heeft plaatsgenomen op een zonnig wolkje, het tafereeltje glimlachend zal gadeslaan.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column