In het laatste weekend van oktober ging de wintertijd in en werd de klok teruggedraaid. Niet alleen letterlijk, maar waar het om kunst en cultuur gaat ook figuurlijk. Die vrijdag werd namelijk pijnlijk duidelijk dat het het nieuwe kabinet menens is met de bezuinigingen op de culturele sector: er ging een dikke streep door het Nationaal Historisch Museum. De dag erna overleed Harry Mulisch – na Hermans en Reve de laatste van ‘de grote drie’. Het begin van een culturele herfst dus, waarin Nederland haar kleur stapje voor stapje dreigt te verliezen.
Ook Leiden werd dat weekend een stukje minder kleurrijk. Op vrijdag maakte centrummanager Joost Bleijie bekend dat zijn column Leidse Nieuwe voor het laatst in het Leids Nieuwsblad stond, en twee dagen later zette Aad van der Luit een streep onder zijn 15-jarige columnistencarrière bij HET op Zondag. Twee huis-aan-huis-columnisten die er tegelijkertijd en zonder troonopvolgers de brui aan gaven. ‘Je bent de laatste van de grote drie,’ grapte GroenLinks-fractievoorzitter Pieter Kos op Twitter. Ter geruststelling (of juist niet): ik noch de redactie van het Witte Weekblad is van plan met Steeksleutels te stoppen, dus van mij bent u nog niet af. En wat mijn ex-collega’s betreft: ik zal ze missen, de kritische noten die in de open brieven van Bleijie werden gekraakt en de wekelijkse wederwaardigheden in Luit & Duideljk. Daarom besluit ik deze column op Bleijiesque wijze: met een PS.
PS. Overigens ben ik nog altijd van mening dat bij wijze van eerbetoon aan ex-columnist en ex-Lakenfeestorganisator Aad van der Luit moet worden overwogen het Lakenfeestonderdeel De Gouden Pet om te dopen in De Gouden Luit. En vooruit: ik ben het ook van harte met de centrummanager eens dat de Kaasmarkt hoognodig opnieuw bestraat moet worden.