In de laatste weken van het jaar staat op de nationale radio behalve het Glazen Huis (volgend jaar in Leiden!) ook de Top 2000 centraal. Deze lijst draait niet om verkoopcijfers maar om kwaliteit, iets wat in een tijd waarin forse bezuinigingen kunstenaars ertoe dwingen hun talenten commercieel in te zetten op zijn minst verfrissend te noemen is. Maar hoe maak je commerciële kunst en creëer je muziek, films of schilderijen die een groot publiek aanspreken? Wordt het niet heel krampachtig als je de roeping een boek te schrijven plots vergezeld ziet door de plicht er dan ook meteen maar een bestseller van te maken?
In dat verband is ‘De Commercial’ een boeiend experiment. Deze onlangs verschenen thriller is geschreven door de mij onbekende Leidenaar Harry Kramp. Zijn werk bleek ik wel te kennen: Kramp is een gelauwerde copywriter die tekende voor ijzersterke slogans als ‘Melk de witte motor’ en ‘Op een dag drink je geen bier meer, maar drink je Grolsch’. Het boek speelt zich dan ook af in de reclamewereld en bij het schrijven ervan is de debutant op dezelfde wijze te werk gegaan als bij het in de markt zetten van een nieuw product, zo las ik in De Pers.
Van het vertelperspectief (de ik-vorm) tot de plek waar het verhaal zich afspeelt (de Chileense havenstad Valparaiso) en zelfs de doseringen geweld en seks zijn afgestemd op de voorkeuren van het beoogde lezerspubliek. En ja, dan dringen zich toch twee vragen op: ‘Wordt het een bestseller?’ en belangrijker: ‘Is “De Commercial” een goed boek?’. Dat eerste moet nog blijken en ook op de tweede vraag heb ik geen antwoord. Want hoewel Hollywood niet heel anders opereert, voel ik toch enige weerstand bij een thriller die door de Leidse auteur al dan niet krampachtig is aangepast aan mijn vermeende smaak. Ouderwets hè?