Vorige week maandag bevond ‘Tout Leiden’ zich weer in de Pieterskerk voor de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente Leiden. De catering, verzorgd door De Zijl Bedrijven, was wederom uitstekend, al schoten de toastjes met paling bij Dick de Vos van de Partij voor de Dieren in het verkeerde keelgat (bij wijze van spreken dan). Met het oog op de in 2010 aangenomen ‘palingmotie’ hád het serveren van paling misschien ook wel iets weg van vloeken in de kerk, maar de palingoproer die daarop door De Vos ontketend werd was naar mijn smaak toch wat overdreven. Mij viel deze avond iets heel anders op.
‘Leiden is geen eiland,’ onthulde burgemeester Henri Lenferink – nog voor de paling – in zijn nieuwjaarsspeech. En: ‘alle Leidenaren kunnen op mij rekenen als burgemeester, ongeacht hun herkomst, religie en geaardheid.’ De burgemeester, van Tout Leiden dus, meende dat de angst voor toenemende spanningen tussen bevolkingsgroepen in Leiden ongegrond is. Dat klinkt natuurlijk heel erg geruststellend, maar… Leiden is geen eiland! Bij de landelijke verkiezingen in 2010 stemden meer dan 9000 Leidenaren (maar liefst 13,21% van de kiezers) op de PVV, die daarmee na de PvdA, de VVD en D66 de vierde partij van onze stad werd.
Ook deze grote groep kiezers moet kunnen rekenen op de burgemeester, die uit hoofde van zijn functie per definitie boven de partijen staat. Des te opmerkelijker vond ik het dat Lenferink in zijn toespraak stevige kritiek uitte op de ‘al te radicale standpunten’ van een partij die ‘een hele bevolkingsgroep apart zet’. De sterke rol van de PVV is hem, zo zei hij zelfs, ‘een doorn in het oog’. En begrijp me niet verkeerd: ik onderschrijf de mening van mijn burgervader volkomen. Alleen schrijf ik deze column niet per se voor Tout Leiden, en dat is toch een groot verschil!