Maandelijks archief: mei 2012

Het zwevende zwaard

‘Het zwevende zwaard’ is niet de titel van een nieuwe Suske & Wiske, maar beschrijft de trieste aanblik die de fiere leeuw op de poort bij de Burcht momenteel biedt. Begin deze maand werd dit monument door zatlappen beklommen en daarbij raakte het levensgrote beeld zo ernstig beschadigd dat het roofdier nu zijn rechterklauw moet missen. Het zwaard zweeft boven de kop van de geamputeerde leeuw, alsof hij het zojuist achteloos over zijn schouder heeft geworpen.

De degen werd in 1998 ontvreemd en is een jaar later vervangen door het nu dus zwevende namaakzwaard. Het echte wapen dook kort daarna plots op tussen het vuilnis en is nu in de Lakenhal te zien. Helemaal in de oorspronkelijke staat was de leeuw dus al niet meer, maar dan nog… Volgens oorgetuigen is er zelfs met de leeuwenklauw gevoetbald, en daaruit spreekt wel heel weinig respect voor een beeld dat in 1662 door Rombout Verhulst werd gemaakt en dus exact 350 jaar oud is. Ook het gedenkschild voor burgemeester Van der Werff in de Hooglandse Kerk en de reliëfs op de Waag en het Pesthuis zijn van deze van oorsprong Mechelse beeldhouwer, die tien jaar in Leiden woonde.

Ik hoop natuurlijk dat Verhulsts jubilerende maar onthande leeuw niet te lang met zijn stompie in zijn hempie hoeft te staan, maar de vraag is of er niet meer moet gebeuren. De maker van het nieuwe zwaard stelde in 1999 dat de poort te simpel te beklimmen was. De gemeente deelde zijn zorg niet, maar hij kreeg gelijk: in 2002 werd het zwaard opnieuw beschadigd en nu is dus de leeuw zelf de dupe. Hoort het erbij of moet Leiden iets doen? Het hekwerk aanpassen? De beveiling aanscherpen? Of moeten beelden in de openbare ruimte – net als in Italië – worden vervangen door plastic replica’s? Als zelfs een leeuw al geen ontzag meer inboezemt…

Advertentie

3 reacties

Opgeslagen onder Column

Pheidippides

Zo heel beroemd is hij er niet eens mee geworden, de Griekse soldaat Pheidippides. In 490 voor Christus rende hij zo’n 42 kilometer van Marathon naar Athene om daar het nieuws van de glansrijke Griekse overwinning op de Perzen te verkondigen. Na de woorden ‘Verheug u, wij hebben gewonnen!’ zou hij dood zijn neergevallen. Heel veel dichter bij elkaar kunnen voor- en tegenspoed niet liggen, al ontliep de 22ste editie van de Marathon van Leiden deze klassieke Griekse tragedie niet veel.

Na een nacht vol regen en onweer klaarde het zondagochtend op en wees alles erop dat het een prachtige dag zou worden. Onder vrijwel ideale omstandigheden daagden zo’n 8500 lopers zichzelf op verschillende afstanden uit. Jochem Myjer ging – een week nadat hij weer was gaan optreden – in 23 minuten de 5 kilometer te lijf en toonde hiermee eens en voor altijd aan dat hij zijn lichaam weer de baas is. En voor wie zich na mijn column van vorige week afvraagt hoe mijn goede vriendin Marion het deed: die maakte na een hersenvliesontsteking met verve haar comeback op de hele marathon en bleef met 3 uur en 24 minuten niet alleen ruim binnen haar streeftijd, maar sleepte ook nog eens de tweede prijs bij de vrouwen in de wacht!

En zo kende deze wat broeierige dag ongetwijfeld nog veel meer verhalen van het kaliber ‘Verheug u, wij hebben gewonnen!’ Helaas kende Leiden zondag echter ook zijn eigen Pheidippides. Een deelnemer aan de halve marathon zakte na de finish in elkaar en overleed in het ziekenhuis. Wat een drama voor de nabestaanden, maar wat een domper ook voor de organisatie, die het tot dan toe zo voorspoedig verlopen – want perfect georganiseerde – hardloopfeestje plotseling zijn glans zag verliezen. Een voor velen prachtige dag kreeg zo een inktzwart randje, en ja, dat is triest…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Hup Marion!

Een vriendin van mij loopt marathons. Voor haar lol. Ik, die 42 kilometer op mijn snorscooter al best een heel eind vindt, vind dat even bewonderenswaardig als onbegrijpelijk. Op doordeweekse werkdagen voor dag en dauw trainen, niet kunnen eten en drinken wat je wilt… – en dat allemaal om je uiteindelijk in een ultiem gevecht tegen jezelf het snot voor de ogen te rennen. De afgelopen jaren liep ze de marathons van New York, Berlijn en Stockholm, en finishte ze twee keer in zowel Rotterdam als Amsterdam. Vorig jaar zou ze op 2 oktober de Drei Länder Marathon rond de Bodensee lopen, maar stak een hersenvliesontsteking daar op meedogenloze wijze een stokje voor.

Komende zondag maakt deze vriendin na een langzaam maar voorspoedig herstel haar comeback, nota bene in uw en mijn Leiden. Natuurlijk sta ik net als in Amsterdam en Rotterdam met een enthousiast groepje langs de hekken om haar aan te moedigen. Niet één keer, maar als alles goed gaat vijf maal zullen we haar naar de eindstreep schreeuwen. Waar we daarbij in de twee grootste steden van ons land gebruik konden maken van het openbaar vervoer, zullen we ons in Leiden per fiets tussen de geplande supportersposten moeten verplaatsen, maar dat de marathonlopers hier zondag twee keer hetzelfde rondje lopen, maakt het allemaal wel weer een stuk eenvoudiger.

Natuurlijk, elke renner verdient ontiegelijk veel respect. Maar als u zondag langs het parcours staat en u ziet met startnummer 9640 toevallig iets fluorescerends voorbijflitsen, doe mij – en haar – dan een lol en geef Marion dan even verbaal een extra duwtje in de rug. Een PR zit er gezien de voorgeschiedenis nog niet in, maar haar kennende is ze erop gebrand binnen haar streeftijd van 3 uur en 30 minuten te blijven. En met uw hulp zou dat nog kunnen lukken ook!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Expierement

Sinds de frauderende wetenschapper Diederik Stapel op non-actief werd gesteld, ben ik ze een beetje gaan missen: zijn even nutteloze als spraakmakende onderzoeksresultaatjes in de media. Daarom kom ik deze week bij wijze van experiment met een eigen ontdekking: draaiorgelmuziek maakt agressief. Nu moet ik een beetje op mijn woorden passen, want een column die ik een paar jaar geleden vanuit mijn eigen door draaiorgels gevoede agressie schreef, leverde een naar mijn maatstaven zeldzame hoeveelheid ongenuanceerde hatemail op – wat op zich natuurlijk weer als een bewijs voor mijn boude bewering kan worden aangevoerd.

Draaiorgelmannen vormen een heetgebakerd volkje. En nee, dat zijn niet mijn woorden. Ik citeer hier Arnold Vroomans, organisator van de Draaiorgeldag die vorige week plaatsvond in de Hooglandse Kerk. Twee orgelmannen gingen daar nog net niet met elkaar op de vuist omdat een van hen zijn pierement voor zijn beurt zou hebben aangezwengeld. De ander merkte ten overstaan van een journalist van het Leidsch Dagblad fijntjes op dat daar ‘geen ene tyfus’ van klopte. Dergelijk taalgebruik sluit naadloos aan bij dat in de mailtjes die ik een paar jaar terug mocht ontvangen, maar dit terzijde.

Tijdens de laatste viering van Leidens Ontzet ging het op de Steenschuur ook al mis. Twee orgelmannen kregen ruzie en gingen daarbij vol op het orgel. Een van hen verloor tijdens de woordenwisseling de macht over zijn rijdende draaiorgel, waarna een vrouw nog net op tijd kon wegspringen en het orgel beschadigd raakte. De doortastende werkwijze van Diederik Stapel volgend is er dus maar één conclusie mogelijk – en de Universiteit Twente, die binnenkort écht onderzoek naar de invloed van draaiorgelmuziek gaat doen, zal dit bevestigen: Draaiorgels maken meer kapot dan je lief is!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Groene vingers

Mijn opa heeft zijn hele leven bij de Leidse plantsoenendienst gewerkt. Met zijn bakfiets doorkruiste hij de stad om de bloemetjes buiten te zetten, de gemeentelijke gazonnetjes te maaien en de perkjes in de openbare parkjes aan te schoffelen. Ook bij mijn grootouders thuis stonden de plantjes in de tuin en in de vensterbank er altijd pico bello bij. Helaas zijn groene vingers niet erfelijk overdraagbaar, zo heb ik in de loop der jaren door schade en schande ervaren. Het enige gewas dat in de bakken voor ons huis kans maakt de winter te halen, is de robuuste, nagenoeg onverwoestbare geranium.

In de vijf bloembakken aan de zijkant van het Stadhuisplein worden sinds kort de ingrediënten van hutspot verbouwd. Winterpeen, aardappel, ui en (voor de gevorderde thuistuinier en hutspotliefhebber) pastinaak zijn volgens de initiatiefneemsters van het project Vrij Groen namelijk uitstekend op kleine schaal en voor thuisgebruik te planten en te oogsten. Ik schoot in de lach toen ik het bericht las – niet in de laatste plaats omdat dat vlak voor 1 april was. In diezelfde week deelden boeren in Amsterdam ook nog eens tienduizenden kilo’s aan onverhandelbare aardappels en uien uit. Wat zou je dus zelf in de bemeste aarde van je plantenbakje gaan lopen wroeten?

Maar het was geen grap. Hoewel er nu nog slechts enkele met merkstift beschreven latjes uit de aarde van de vijf bakken steken, zou er in de aanloop naar 3 Oktober van de oogst heuse hutspot gekookt moeten kunnen worden. Hoe sympathiek ik het initiatief ook vind, ik zie het mezelf niet doen. Met IJsheiligen voor de deur – nog anderhalve week – is het weer bijna tijd om onze bakken te vullen met verse potgrond en nieuwe planten te kopen, zodat we met een beetje geluk tot aan de hutspot achter de geraniums kunnen zitten.

1 reactie

Opgeslagen onder Column