Avond aan avond worden er muzikanten aanbeden en verafgood in het vroegere kerkgebouw van de Vrije Gemeente aan de Amsterdamse Weteringschans. ‘Soli Deo Gloria’ staat er rond het gebrandschilderde glas boven het podium, maar dat weerhoudt eigentijdse iconen en idolen er niet van zich er uitvoerig te laten bejubelen: de kerk raakte in de jaren zestig van God los en veranderde in 1968 in een muziektempel. Nog altijd is Paradiso een van de mooiste en sfeervolste zalen van ons land.
In de Bethlehemkerk aan de Lammermarkt zie ik al jaren een Leidse versie van Paradiso. Ik ben er tijdens een Open Monumentendag eens binnen geweest, alleen maar om het plaatje in mijn hoofd verder te kunnen inkleuren: waar moest het podium komen, en hoe was de akoestiek? De in groten getale aanwezige volgelingen van Johan Maasbach, die het pand als hun godshuis gebruikten, leken echter van geen wijken te willen weten. Zij wendden de Monumentendag vooral aan om op nogal opdringerige wijze zieltjes te winnen. Het heeft niet mogen baten: de gemeente kromp, de dure kerk werd te groot en het monumentale gebouw kwam leeg te staan. Dat juist toen werd besloten een compleet nieuwe Leidse poptempel te bouwen op letterlijk een steenworp afstand van ‘mijn’ Leidse Paradiso, dat snap ik nog steeds niet.
Binnenkort raakt de Bethlehemkerk alsnog van God los, als de makers van LOS er met het aan het mediabedrijf gelieerde reclamebureau Van Zessen Klaar hun intrek nemen. Wat een stoere stap in tijden van crisis! Ik vind LOS – hoewel steeds commerciëler van opzet, maar daar kan ik als huis-aan-huiscolumnist natuurlijk moeilijk wat van zeggen – een heel leuk Leids magazine, dus gun ik het Roald Laport en zijn mensen van harte. Ik wens ze een goddelijke werkplek toe en bovenal een toekomst waar muziek in zit.