Nu mijn redacteur met vakantie is, hoef ik de komende drie Steeksleutels niet op mijn woorden te letten en kan ik lekker schrijven wat ik wil. Toch zult u weinig verschil merken: de redactie van deze krant bemoeit zich namelijk nooit met mijn columns. Wel zo prettig, die vrijheid. Maar als die van de ene op de andere dag zou worden ingeperkt, kan ik daar niets tegen inbrengen. Wie betaalt, bepaalt!
Met de bemoeizucht van Leiden ligt dat anders. In mijn ogen trekt onze stad in de regio regelmatig een net iets te grote broek aan. Natuurlijk is het goed om pal voor je eigen winkeliers te gaan staan, maar ik weiger te geloven dat de opening van een lousy Xenos op de Leiderdorpse Baanderij de Leidse middenstand zou schaden. De felle protesten van ons stadsbestuur tegen de ontwikkeling van een outletcentrum halverwege Bleiswijk en Zoetermeer, meer dan een halfuur rijden van onze binnenstad vandaan, vond ik destijds al helemaal een gotspe (om na ‘lousy’ nog maar eens een woord te gebruiken dat ik in 336 columns nog niet eerder bezigde – nú kan het). Het inmiddels met succes gedwarsboomde Bleizo zou zich dichter bij Rotterdam dan bij Leiden hebben bevonden!
Steek je energie liever in die binnenstad, denk ik dan, en ga uit van je eigen kracht. Zoals voormalig centrum manager Joost Bleijie en zijn broer Tim deden met de LeidsePas, waarvoor ze bij heel veel Leidse winkels en horeca volop voordeel wisten te ritselen. Zó wapen je je als stad voor de toekomst. Niet door met argusogen in de gaten te houden wat er buiten de stadsgrenzen gebeurt en keer op keer de boze buurman uit te hangen. Want daarmee zet je alleen maar kwaad bloed, óók bij de potentiële consumenten uit de buurgemeenten, die intussen wel klaar zijn met deze Leidse arrogantie. Maar ach, waar bemoei ik me mee…