Ik ken best wel wat beroemde paarden: Salinero, Snuitje en Jolly Jumper bijvoorbeeld, en natuurlijk de paarden van Troje en Sinterklaas. Verder wist ik dat de vuurtoren van Marken ‘Het Paard van Marken’ heet. Maar van het paard van Leiden had ik nog nooit gehoord. Het is een sage die in 1919 werd opgetekend door ene Josef Cohen en waarop ik in de aanloop naar 3 oktober op internet min of meer per ongeluk stuitte.
Het verhaal speelt tijdens het tweede beleg van Leiden door Valdez. Honger houdt de Leidse bevolking in zijn greep en eist dagelijks zijn tol. Burgemeester Van der Werff kondigt daarom een maatregel af: elke dag wordt op het plein (de Beestenmarkt?) bekendgemaakt wie een paard moet afstaan voor de slacht, zodat met het paardenvlees de ergste honger gestild kan worden. De loterij roept veel weerstand op, maar zodra Van der Werff – en dat verhaal kent elke Leidenaar – zijn eigen lichaam ter consumptie aanbiedt, begrijpt het volk dat er weinig anders op zit. Een man die doodsbang is dat hij zijn enige paard zal verliezen, hoort elke ochtend tot zijn opluchting weer een andere naam noemen. Toch komt ook hij aan de beurt. Zijn paard wordt geslacht, juist op de dag dat de Geuzen de stad bevrijden. Heel Leiden viert op deze derde oktober uitbundig feest, behalve die ene man, die eenzaam en ontroostbaar door de stad slentert.
De moraal van dit sneue verhaal? Geen rozen zonder doornen, of: de een z’n beest is de ander z’n feest – zoiets moet het zijn. Maar zie ik het te rooskleurig, of verliep Leidens Ontzet 2013 nu eens écht zonder klachten en wanklanken? Eindelijk een keer geen gemekker over geluidsoverlast, dieren in de optocht, versperde vaarroutes of andere sleetse stokpaardjes. Het was dit jaar voor iedereen feest, en dat mag óók weleens in de krant!