Van de allerlekkerste haringen tot de allersmerigste oliebollen, u vindt het in Leiden! Wisten de Hollandse Nieuwe van vishandel Atlantic op het Levendaal en de patat van snackbar Friet Enzo op de Korevaarstraat de handen van de keurmeesters van het Algemeen Dagblad in 2013 nog op elkaar te krijgen, de oliebollen van Jan Overdevest op de Garenmarkt eindigden roemloos op een 151e en allerlaatste plek in de AD Oliebollentest. ‘Tief toch op met die handel,’ luidde de weinig fijntjes geformuleerde conclusie van de fijnproevers, en nee, daar is inderdaad geen woord Frans bij.
Vier jaar geleden, toen het AD de oliebollen van Overdevest als ‘originele Leidse braakballen’ afserveerde, heb ik met gevaar voor eigen leven de proef nog op de som genomen en viel het naar mijn smaak allemaal best mee – braakneigingen bleven in elk geval achterwege. Ook dit jaar had ik het goede voornemen me een eigen oordeel over de vermeende misbaksels te vormen, maar een collega van deze krant deed zijn journalistieke plicht en was me voor. ‘Wat een bagger!’ las ik op Twitter. ‘Niet gaar, om te beginnen.’ (En dat op de Garenmarkt!) ‘Binnenkant een soort deegdrab. Ik heb hem weggegooid.’
In de afvalbak dus. Of: de kiepelton, zoals wij Leidenaren zo’n ding volgens de website mijnwoordenboek.nl schijnen te noemen. ‘Kiebelton’ staat als gewestelijk woord in de Van Dale en betekent behalve afvalton ook ‘ton voor fecaliën’ – een kakvat, stronttobbe of shitbin dus. Ik kende dit woord niet, maar dat het AD de oliebollen ‘kiepeltonballen’ noemde, doet vermoeden dat de AD-journalist die de strontkar over de Leidse gebakkraam uitreed een Leidenaar is of op z’n minst Leidse wortels heeft. Een lokale vete? Zonder het objectieve oordeel van mijn gewaardeerde collega was ik het nog bijna gaan geloven ook!