Ik heb hem niet persoonlijk gekend. De enige woorden die ik in de loop der jaren met hem wisselde, gingen over de filmkaartjes die hij me vanuit zijn krappe kassahokje verkocht – en niet altijd van harte. ‘Weet je ’t zekerrr?’ verzuchtte hij dan, met een afkeurende blik twee kaartjes van de rol scheurend. Zijn Leidse r ronkte als een op volle toeren draaiende motorzaag. Hoe voller zijn bioscoop, hoe minder de norse man in de Noorse trui en met de doorrookte baard met de vertoonde film had, zo leek het.
Ooit richtte hij het kleinschalige en alternatieve Kijkhuis op, maar een jaar of vijf geleden werd hij verantwoordelijk voor de programmering van alle Leidse bioscopen. Ook van café het Praethuis was hij de oprichter, en zonder hem had het LVC, dat dit jaar als muziekcentrum Gebr. de Nobel wordt voortgezet, vermoedelijk nooit bestaan. Maar bovenal was Jan Boer een markante en vooral échte Leidenaar, met het hart op de juiste plaats. Op de tong, om precies te zijn.
Ik herinner me een oeverloze discussie tijdens een lokaal lijsttrekkersdebat in De Waag, waaraan hij namens de Stadspartij Leiden Ontzet deelnam. Met zijn gezicht op onweer bewoog hij steeds rustelozer in zijn stoel. Eindelijk kreeg hij het woord. ‘Nou, dank u, voorzitter,’ barstte hij los, in onvervalst Leids. ‘Want ’t gaat nou wel de hele tijd over een ringweg, maar dáárrr hebbie dus percies niks an, aan een ringweg. ’t Lijk mijn althans niet echt de bedoeling dat de mensen zo snel mogelijk om de stad heen kenne rije, ze motte d’r juist ín!’ Vorige week zondag overleed hij, op 69-jarige leeftijd: Jan Boer, de man die niets met ringwegen had, die omtrekkende bewegingen sowieso het liefst meed en die als het even kon recht op zijn doel afging. Met zijn dood werd Leiden in één klap een heel stuk minder Leids.
Erg leuk, Tjan, vinden wij allebei! Jac & Kees