De Randstad ging op slot, en omdat Leiden daar nu eenmaal het bruisende middelpunt van is, had ik er rekening mee gehouden dat ik van huis naar werk en terug wat langer onderweg zou zijn. Of ik gék geworden was… ‘Ik kom vanaf zondag de deur niet meer uit, alles is afgesloten. Ik zorg dat ik genoeg boodschappen in huis heb, want tijdens die NSS-top kun je dus écht geen kant op!’ zei iemand. Ik las alle Van A naar Beter-informatie nog eens door en besloot het er – roekeloos als ik ben – op te wagen.
Ik geef toe: van Leiden naar Schiphol forenzen op het moment dat Airforce One het Nederlandse luchtruim betreedt zou je een vorm van ‘living on the edge’ kunnen noemen. Maar intussen reed mijn gebruikelijke maandagmorgentrein op tijd, kon ik tegen de gewoonte in zitten (er hadden zich blijkbaar meer mensen met boodschappen voor drie dagen in hun woning verschanst) en was het ook in mijn bus, die een half rondje om Schiphol rijdt, opvallend rustig. Vanuit die bus zag ik hoe vliegtuigspotters zich verdrongen om de beste spotspot – zelfs het afgekondigde spotverbod kon dus met een korreltje zout worden genomen. Ik was vroeger op mijn werk dan ooit en ook terug verliep mijn reis probleemloos. Net als dinsdag trouwens.
Toch heb ik wel iets van de kerntop gemerkt. Zo zag ik wat meer politie, heel veel gele hesjes en op een schijnbaar willekeurig kruispunt een legervoertuig dat rechtstreeks uit de collectie van Keep them rolling afkomstig leek. Maar dat was het wel. Ik voelde me dan ook niet aangesproken toen Barack Obama alle Nederlanders bedankte die verkeershinder van de NSS-top hadden ondervonden. En hoe belangrijk die top – voor ons land en voor de wereld – nu werkelijk was? Ik heb geen idee, maar het schijnt ‘truly gezellig’ te zijn geweest. En dat is ook wat waard.