Maandelijks archief: mei 2014

De kracht van Twitter

Een paar weken geleden vond mijn vrouw op de stoep voor de deur bij Mabroek op de Nieuwe Beestenmarkt een rijbewijs. Na thuiskomst zocht ze op Twitter naar gebruikers met de naam die op het roze pasje stond en stuurde gericht een aantal mentions. Zonder resultaat – slechts één van de door haar aangeschreven Richards reageerde, maar die was zijn rijbewijs niet kwijt en bovendien een paar jaar te oud. Ik besloot ’s avonds een algemene tweet te plaatsen: ‘Rijbewijs gevonden in Leiden! Kent iemand daar een Richard van der Meij (40) die hem kwijt is?’ Even bleef het stil, maar nadat Jochem Myjer mijn tweet had geretweet naar zijn meer dan 500.000 volgers, brak de hel los.

‘Die moet je gelijk naar de politie brengen,’ vond de een. ‘Nee, naar de gemeente,’ wist de ander. Dát kon natuurlijk altijd nog – maar wij vertrouwden op de kracht van Twitter. Bovendien waren we pas een paar dagen later in de gelegenheid het gevonden rijbewijs ergens langs te brengen. Dit leek ons een veel snellere manier, zeker als ook bn’ers als Thomas Acda en Sanne Wallis de Vries de tweet met hun vele volgers besluiten delen.

Het rijbewijs werd trending topic. Mijn tweet werd zo’n 300 keer geretweet, zelfs nog dagen nadat we de juiste Richard hadden getraceerd. ‘Het is de oom van een vriendin van mijn dochter,’ twitterde iemand, een paar uur nadat ik mijn oproep had geplaatst. De gegevens die ze me via een privébericht verstrekte klopten, en nadat mijn vrouw de volgende dag telefonisch met de rechtmatige eigenaar had gesproken, stuurde ze zijn rijbewijs op. Overigens is dit – zoals sommige twitterende betweters al aangaven – niet de formele weg, want gevonden rij- of identiteitsbewijzen mag je niet thuis bewaren en dien je direct af te geven bij de gemeente. Het is maar dat u het weet!

Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Een warenhuis

Onlangs berichtte Unity over een inbraakpoging aan de Breestraat. Bij ‘een warenhuis’. Waarom is me niet helemaal duidelijk, maar het was blijkbaar niet de opzet dat u en ik meteen zouden begrijpen welk warenhuis met ‘een warenhuis aan de Breestraat’ bedoeld werd. Hoewel de Breestraat natuurlijk talloze warenhuizen telt (duh!), vermoed ik dat het om Vroom & Dreesmann gaat. Of nee, laat ik de naam van dit warenhuis niet voluit schrijven – stel je voor, zeg… Maar ik dénk dus dat het V&D moet zijn geweest.

Twee weken geleden heropende dit warenhuis aan de Breestraat na een ingrijpende verbouwing zijn deuren. Dat klinkt mooi, maar klopt niet helemaal, want tijdens de verbouwing was het warenhuis gewoon geopend. In mijn column ‘werk aan de winkel’ vertelde ik u in januari al dat ik nagenoeg wekelijks herrie, gruis en puin trotseerde om even te kijken hoe de werkzaamheden vorderden. Langzaam maar zeker zag ik het er – binnen en buiten – steeds mooier worden. En nu is het af en loopt Leiden voorop, met een hypermodern en stijlvol warenhuis, dat elke werkdag tot 21.00 uur geopend is.

Van de horloges beneden tot La Place op de eindelijk ook per roltrap bereikbare vierde verdieping: het ziet er allemaal prachtig uit. Tijdens de renovatie werden functionaliteit en comfort (een gezonde dosis daglicht bijvoorbeeld) gecombineerd met het in oude luister herstellen van historische details. Zoals het bijna tachtig jaar oude glas-in-lood in het trappenhuis, met teksten waarvan ik er in februari bij wijze van quizvraag eentje citeerde in mijn column: ‘Wie goede waar verkoopt, die dient den gragen klant, maar steunt de voortbrengst ook en steunt zoo’t gansche land.’ Het antwoord op deze quizvraag, dat u nog altijd van mij tegoed had, luidt dus: in een warenhuis aan de Breestraat.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Overlassst!

Sinds 1961 worden op 4 mei – officieel – niet alleen de doden van de Tweede Wereldoorlog herdacht, maar ook de burgers en militairen die sneuvelden in oorlogssituaties sinds de bevrijding. Daarover laait, net als over zwarte pieten en wereldse kerstliedjes, elk jaar opnieuw nagenoeg dezelfde discussie op. Ook in de Marekerk riep ene Lex Lesgever vorige week zondag nogal schoolmeesterachtig op de gedachten op 4 mei in het vervolg alleen nog uit te laten gaan naar oorlogsslachtoffers die vielen tussen 1940 en 1945.

Gelukkig maar dat we sinds 5 mei 1945 in een vrij land leven en dat ik dus vrij ben om zelf te bepalen aan wie of waaraan ik denk en wanneer. ‘Dit nooit meer,’ klonk het vastberaden toen ‘dé oorlog’ voorbij was. Maar oorlogen bestaan vandaag de dag nog steeds, al woeden ze dan niet hier. Juist door op 4 mei ook de doden te herdenken die na 1945 te betreuren vielen, houden we die ene, zo heel belangrijke les die WOII ons leerde levend. Want blijkbaar hebben we ons lesje nog altijd niet geleerd.

Aan de voet van molen De Valk dwaalden mijn gedachten dit jaar zelfs nog verder af. Geen Les- of regelgever die me dat kan verbieden. Zo vroeg ik me af waarom de fontein in de Singel tussen acht en twee over acht onverstoorbaar bleef klateren. En hoe twee minuten stilte in godsnaam de zondagsrust zouden kunnen verstoren, zoals men in de Bible Belt stelde. En waarom mensen hun telefoon niet uitzetten als ze naar een herdenking gaan. En of bij Domino’s nou echt niemand tegen de pizzacoureurs had kunnen zeggen dat het weinig respectvol is om tijdens het Wilhelmus dwars door het met dranghekken afgezette stiltegebied te rijden. Zo’n pizza kan immers best even wachten. André van Duin zong het niet voor niets: Even wachten, nog even wachten, even wachten nog… Pizza!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Onzelfzuchtig

Hoewel Winston Churchill ooit anders beweerde, is politiek een spel waarin de spelers zich lang niet altijd laten leiden door het algemeen belang. Ook partij- en soms zelfs eigenbelang spelen niet zelden een rol, en dat is in Leiden niet anders. Het ‘Verkiezingsfestival’ van maart toonde dat maar weer eens aan: een raadslid dat naar zijn zin te laag op de lijst was geplaatst schreeuwde moord en brand en kreeg zijn zin. Een collega die na de verkiezingen geen zin had in zijn nieuwe portefeuille stapte mokkend op. En een liberale lijsttrekker die last had van lonkend pluche lichtte zijn eigen wethouder pootje om zelf plaats te nemen in het nieuwe college.

Dat nieuwe college was heel snel gevormd, al pakte het wat anders uit dan ik gehoopt had. Grote winnaar D66 nam in de formatie het roer in handen en draaide het naar links. Normaal gesproken zou ik een dergelijke koerswijziging van harte toejuichen, maar in dit geval had ik veel liever gezien dat het stabiele en succesvolle college van de afgelopen vier jaar was blijven zitten. In plaats daarvan ruimde het CDA nu het veld, ten faveure van de PvdA – nota bene een van de grootste verliezers van 19 maart.

Hoewel ik verwacht dat cultuur bij Robert Strijk in goede handen zal zijn, had Jan-Jaap de Haan zijn prima werk van mij mogen voortzetten. De ploeg van 2010-2014 kenmerkte zich door steeds het stadsbelang voorop te stellen, en dat gold zeker voor CDA’er De Haan. Zijn onzelfzuchtige reactie op de nieuwe club gaf daar nog maar eens overtuigend blijk van: ‘Ik weet dat m’n opvolgers @RobertStrijk en @MarleenDamen hart voor cultuur en werkgelegenheid hebben. En ’t beleid wordt voortgezet. Fijn,’ twitterde hij. Behalve het nieuwe college wens ik ook deze voormalige wethouder de komende vier jaar heel veel succes toe!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column