Het was de zondag na de hevigste zomerstorm ooit. Kunstenares Marjan Teeuwen nam de schade op die wind en regen hadden aangericht, maar kon opgelucht ademhalen: op wat kleine stukjes gips die naar beneden waren komen zetten na, was haar Verwoeste Huis aan de Lammermarkt nog geheel intact – hoe tegenstrijdig dat misschien ook klinkt.
Vier panden die voor de veelbesproken uitbreiding van Museum De Lakenkal het veld moeten ruimen werden door Teeuwen volledig gestript, en dat levert met het oog op de voormalige seksshop die deel uitmaakt van dit project in ieder geval een toepasselijke woordspeling op. Het sloophout werd opnieuw gebruikt voor wat De Lakenhal, initiator van het klusproject, een ‘architectonische installatie’ en een ‘grote sculptuur’ noemt.
Het lijkt een nieuwe trend in cultureel Leiden: eerder al werd met ‘slooptheater’ op indrukwekkende wijze afscheid genomen van ten dode opgeschreven flats en woningen, en nu eindigen dus ook de vier slooppanden aan de Lammermarkt als kunstwerk. Maar met kunst is het net als met een verwoestende zomerstorm: het raakt je of het gaat volledig langs je heen. Mij deed het helemaal niets, al is het zo te zien enorm veel werk geweest en is de kunstenares onmiskenbaar heel – en misschien wel iets té – zorgvuldig te werk gegaan. Terwijl Teeuwen nog wat brokstukjes fatsoeneerde, ontging de toegevoegde waarde van het project me totaal. Wat mij betreft mag de sloopkogel dan ook wel meteen door de seksshop. Maar voordat deze column nu al te veel op een verwoestende recensie begint te lijken: oordeelt u vooral zelf! Het kan nog tot en met 6 september. Daarna wordt dit Verwoeste Huis écht verwoest, om voort te leven in foto’s die een permanente plek in de nieuwbouw van De Lakenhal zullen krijgen. Ik vind het wat al te veel eer…