Maandelijks archief: oktober 2015

Laagvlieger

Als het aan wethouder Frank de Wit ligt, staat Leiden over vijf jaar bekend als de stad van duurzame vernieuwing. Het klinkt als Danny Blind die de ambitie uitspreekt in 2018 met Oranje wereldkampioen te willen worden, want momenteel scoort onze stad op het gebied van duurzaamheid nog een zware onvoldoende. Op de ranglijst van 393 gemeenten nemen we een beschamende 323ste plek in en is Leiden een ‘lage middenmoter’, zoals het Leidsch Dagblad het vorige week nogal optimistisch formuleerde. Het woord ‘laagvlieger’ uit de kop in dezelfde krant dekt de lading denk ik beter.

De genoemde ranglijst, de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex (GDI), lijkt me nogal dubieus. Zo kukelde Noordwijk het afgelopen jaar van de 18de naar de 134ste plek, en dat heeft vooral te maken met de groeiende werkloosheid in de kustplaats. Ik probeer de redenering te volgen en snap dat wie zonder werk zit thuis meer water en energie verbruikt. Maar is een werkzoekende nu echt zoveel minder duurzaam dan iemand die dagelijks met zijn walmende Volkswagen TDI naar zijn werk forenst?

De samenstellers van de lijst geven ter verdediging van de forse duikeling van Noordwijk zelf al aan dat een kleine wijziging – in wat mij betreft dus nogal arbitraire graadmeters – voor grote schommelingen kan zorgen, en relativeren daarmee waarschijnlijk onbedoeld de waarde die aan de Duurzaamheidsindex moet worden gehecht. Zou bijvoorbeeld het aantal geregistreerde daklozen in de berekeningen worden meegenomen (hoe klimaatneutraal kun je zijn?), dan zou Leiden het misschien ook zonder de 16 concrete doelstellingen van onze ambitieuze duurzaamheidswethouder meteen al stukken beter doen. Hoe haalbaar die doelstellingen zijn moet trouwens nog blijken, maar wie de lat niet hoog legt, wordt natuurlijk nooit een hoogvlieger.

Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Rembranding

In Leiden zag Rembrandt het licht, maar toch staat zijn geboortestad als toeristische trekpleister nog altijd niet op de kaart. Een beeld aan de Witte Singel, een foeilelijk fröbelding tegen over waar ooit zijn geboortehuis stond en sinds een paar jaar welgeteld één schilderijtje van zijn hand in de Lakenhal… het is ook aan de karige kant. Sinds kort is er dan nog een Escape Room in het als Rembrandts ‘geheime atelier’ ingerichte kruithuisje aan de Jan van Houtkade, er komt nóg een atelier, aan de Langebrug, en er zijn plannen voor een Rembrandt Experience.

Wat daar dan te beleven zal zijn is nog onduidelijk. Eerder al gaf de stichting Rembrandt Experience aan meer werk van de schilder naar Leiden te willen halen, maar hoe onbetaalbaar dat is bleek vorige maand: maar liefst 160 miljoen moest worden neergeteld voor de portretten van Marten en Oopjen, die nu afwisselend in Parijs en Amsterdam komen te hangen. Dat kan Leiden nooit betalen en de kans dat hier ooit een tweede Rembrandt te zien zal zijn lijkt dus nihil. Goed, de collectie van onze Universiteitsbibliotheek bevat – ik schreef er al eerder over – minstens 75 originele tekeningen, schetsen en studies van Rembrandt die eigenlijk geëxposeerd zouden moeten worden, maar ook dat lijkt me niet de publiekstrekker die Leiden nodig heeft.

Denkend aan Leiden zag ik tijdens mijn vakantie onlangs plots zelf het licht. Zoals in de Amsterdamse Beurs van Berlage met veel succes zo’n 200 digitale reproducties van Vincent van Gogh werden tentoongesteld, kan Leiden dé plek worden waar alle Rembrandts die er toe doen in één grote, permanente overzichtstentoonstelling te zien zijn. De kosten hiervan zijn – ook verzekeringstechnisch – te overzien, maar mits goed in de markt gezet kan het onze stad heel veel opleveren. Dus…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Een brug te ver

Het zijn dure dingen, bruggen. Geen wonder dus dat meerdere tijdelijke bruggen in onze stad stilzwijgend in blijvertjes veranderden, zoals de brug bij Molen de Valk – ooit aangelegd voor de veemarkt – en de Dullebrug over de Oude Rijn, bij de doorgang naar de Burcht. De komende jaren zorgt de gefaseerde aanleg van het Singelpark voor minstens vijf, maar waarschijnlijk zeven nieuwe brugverbindingen, en dan moet binnenkort ook de Waaghoofdbrug nog worden vervangen én verlegd…

Het is dus maar de vraag of de verhoging van de brug over de Korte Mare bij de Langegracht financieel niet een brug te ver is. Onlangs verzochten het Waterambacht Leiden en de wijkvereniging Noordvest-Molenbuurt de provincie deze aanpassing – die in de praktijk zal neerkomen op een geheel nieuwe brug – in overweging te nemen. De huidige, voor zover ik weet naamloze brug is zo laag, dat je er zelfs met een vlot en heel veel goede wil nog niet onderdoor kunt varen. De doorgaande vaarroute die zou ontstaan als aan het verzoek gehoor wordt gegeven zou – net als een damloze Maresingel en een waterverbinding bij het Kort Rapenburg – een enorme aanwinst voor het Leidse watertoerisme zijn, maar of de provincie op basis van dat argument over de brug komt, is natuurlijk een heel ander verhaal.

Zoals bij de aanleg van de belendende ondergrondse parkeergarage en de bouw van de uitbreiding van de Lakenhal niet voor de weg van de minste weerstand is gekozen, zou ik dan ook van deze brug een spraakmakende, moderne blikvanger maken – al maakt dat het prijskaartje natuurlijk alleen maar afschrikwekkender. Iets Calatrava-achtigs, zoals over de Ringvaart bij Hoofddorp. Maar als het even kan dan zonder het schreeuwend dure onderhoud dat vrijwel alle ontwerpen van deze Spaanse architect met zich meebrengen…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Op zijn kop (2)

‘U bent nooit te moe voor een loempia van Fu,’ las ik vrijdagavond op de feestelijke warenmarkt op de Oude Singel. Ik moest lachen om deze slogan, maar de boodschap klopte niet helemaal. Die ochtend was om half drie onze wekker gegaan, en pas twaalf uur later waren we na een bustransfer naar het vliegveld, een vlucht vanaf Faro, een enkele reis Schiphol-Leiden en kroketten met brood bij de Bruine Boon weer thuis. Hoe relaxt deze vakantie in zonnig Portugal ook was geweest, ik was na de thuisreis wel degelijk te moe. Voor een loempia, maar ook om me al te hartstochtelijk in het feestgedruis te storten.

Onze wandeling over het kermisterrein naar huis deed me die middag denken aan de ontknoping van zo’n metamorfoseprogramma op RTL: een klusteam verbouwt de woonkamer, en aan het einde van de uitzending krijgen de verbouwereerde bewoners het resultaat te zien. Op het eerste gezicht had de bouwput naast de molen nauwelijks invloed gehad op de kwaliteit van de kermis. Leiden was er klaar voor, zoveel was duidelijk, maar wij doken vroeg ons bed in. En hoewel ons smalle straatje traditioneel een doorgaande route voor lallende feestgangers is en ook de DJ bij de Re-spons zich niet inhield, vielen we snel in slaap en sliepen we op 3 oktober een flink gat in de dag.

Zo ‘op zijn kop’ als gevreesd stond de viering van Leidens Ontzet dit jaar dus niet, want net als de kleinere kermis, leverden ook de horecafunctie van De Waag en de omgekeerde route van de optocht nauwelijks onvertogen woorden op. Het was prachtig weer en op ‘de dag zelf’ leek het drukker en was het gezelliger dan ooit in de stad. Hoewel ik de haring en de hutspot niet oversloeg, was het voor mij persoonlijk alleen de minst intensieve 3 oktober ooit. Maar dat maak ik volgend jaar goed. Met een loempia van Fu!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column