Het leek wel een wedstrijdje. Sinterklaas had zijn hielen nog niet gelicht, of de foto’s van opgetuigde kerstbomen vlogen me via de sociale media al om de oren. Ook in Leiden zag ik die gure zesde december veel mensen met een boom zeulen. Alsof we massaal genoeg hadden van de pietendiscussie en ons zodra het kon in kerstsferen hulden.
Ook opmerkelijk: opvallend vaak hoorde ik ‘Ik stuur dit jaar geen kerstkaarten meer, hoor…’ Zelf ben ik daar al veel eerder mee gestopt – omdat ik het weinig vind toevoegen, maar ook omdat je maar moet afwachten of je kerstpost wel op tijd bezorgd wordt. Zo stuitte ik onlangs op een brief waarin ene Pieter Derksen uit Amsterdam zijn vader, moeder, broers en zussen ‘een zalig hoogtyd van Korstyd en ook een geluk eijnde van het ouwe jaar’ wenst. Derksen schreef dit op 9 december 1800. Zijn schrijven werd nooit bezorgd.
Ik ontdekte de brief na het lezen van een artikeltje over de samenwerking tussen Universiteit Leiden en het Museum voor Communicatie in Den Haag. Daarin vertelde museumdirecteur Heleen Buijs over een kist, waarin een postbode uit Doesburg zo’n 2300 zeventiende eeuwse brieven had bewaard die hij – omdat de ontvangers de portokosten niet wilden betalen – eigenlijk had moeten vernietigen. Haar museum en onze universiteit zouden de ongeopende post gaan ontsluiten. Nieuwsgierig geworden stuitte ik op internet op een al veel eerder door Renaat Gaspar verzorgde transcriptie van alle 806 brieven uit een eveneens Doesburgse kist. Deze brieven kwamen niet uit de 17e eeuw, maar uit de periode 1777-1821. Of directeur Buijs neemt het niet zo heel nauw met jaar- en aantallen, óf rond de mosterdstad bevindt zich een soort Bermuda-driehoek voor poststukken. Misschien handig om te weten, als uw kerstpost dit jaar niet bezorgd wordt…