‘In een stad als Leiden, verhuis je niet de liefde maar het lijden,’ dichtte Boudewijn Büch in 1977. Het ging over de blijkbaar niet al te gelukkige periode in zijn leven waarin Büch een etage bewoonde in de Bakker Korffstraat. Of zoals een toenmalige studievriend het noemde: ‘een naargeestige straat aan de uiterste rand van Leiden.’ Deze straat in Groenoord Noord dankt haar naam aan de 19e-eeuwse schilder Bakker Korff, en dus niet aan een of andere vermaarde Leidse brood- en banketbakker, zoals iemand – ik noem geen namen – naar eigen zeggen jarenlang dacht.
Alexander Hugo Bakker Korff dus, voormalig aardappelboer (dat dan weer wel), die zich in de jaren vijftig van de voorvorige eeuw in Leiden toelegde op het maken van zeer gedetailleerde, huiselijke miniatuurtjes. Een van die schilderijtjes, eigendom van het Dordrechts Museum, komt binnenkort in langdurige bruikleen in De Lakenhal te hangen. Logisch, want afgaande op de titel gaat het om een op en top Leids tafereeltje.
‘Drie oktober feest’ heet dit werk van Bakker Korff uit 1879. Het is maar een fractie groter dan het brillenverkopertje van Rembrandt, de vorige grote aanwinst van De Lakenhal, en toont twee biddende dames (de oudere zussen van de schilder, zijn vaste modellen) aan hun eettafel, met op de grond een hondje dat vanuit zijn mand nieuwsgierig omhoog blikt. De link met Leidens Ontzet ligt er verre van dik bovenop, maar de koperen pot op tafel – die wel wat weg heeft van de zogenaamd authentieke Spaanse bronzen kookpot uit de collectie van De Lakenhal – kán gezien de titel van het schilderij haast niets anders dan stamppot peen en ui bevatten. ‘De hutspoteetsters’ dus. Weer eens iets anders dan ‘De aardappeleters’, het wereldberoemde schilderij van Vincent van Gogh, dat maar zes jaar jonger is.