Ons Leidsch Dagblad bevindt zich in de gevarenzone. TMG, de uitgever van de krant (en ook van deze krant, trouwens) wil fors snijden in de redacties van de regionale dagbladen: een op de vier journalisten moet verdwijnen, zo werd op oudejaarsdag bekend. De lokale nieuwsmakers protesteren, niet alleen voor het behoud van hun eigen baan, maar ook omdat een krant als het Leidsch Dagblad een publieke, maatschappelijke en politieke taak heeft.
‘Dit is mijn krant!’ roept burgemeester Lenferink de journalisten na. Voor zijn steunbetuiging liet hij zich fotograferen met een editie van het Leidsch Dagblad met – heel veelzeggend – in grote letters ‘UITVERKOOP’ op de achterpagina. ‘Een krant is geen koekjesfabriek,’ aldus Lenferink. Zelfs Pieter van Vollenhoven, die zoveel rampen heeft onderzocht dat hij deze ramp nu eens voor wil zijn, schoot het LD nogal opzichtig te hulp: Als het Leidsch Dagblad in 1965 geen lucht had gekregen van zijn relatie met prinses Margriet, had de RVD de bekendmaking van de verloving op de lange baan geschoven, zo vertelde hij in de week dat de twee hun gouden bruiloft vierden.
Destijds ontkende de krant op de hoogte te zijn van de romance tussen de in Leiden studerende prinses en de ‘gewone burger’, en meer dan vijftig jaar later doet het LD de lezing van meester Pieter nog altijd bescheiden af als een broodje-aapverhaal. De koekenbakkers! ‘Ja, wij hadden die wereldprimeur in handen,’ hadden ze het verhaal juist nu moeten beamen: ‘Dat was én is de kracht van lokale journalistiek. Een stad als Leiden, waar leden van het koninklijk huis studeren, waar onderzoek regelmatig voor breaking news zorgt en waar het lokale bestuur hofleverancier is voor de landelijke politiek, verdient een goed bezette lokale redactie met ingewijde journalisten.’ Dus…