Tijdens het Stadsdebat, waarover ik u vorige week al vertelde, telde burgemeester Lenferink zijn zegeningen. Hij vertelde met afschuw terug te kijken op de tijd waarin de discussie over de RijnGouweLijn de stad tot op het bot verdeelde, en is blij dat Leidenaren de toekomst nu weer zij aan zij tegemoet treden. Alles leuk en aardig, maar als columnist kan ik wel wat ophef en rumoer gebruiken. En dus constateer ik niet ontevreden dat de nogal plompverloren aangekondigde verplaatsing van het busstation naar de zeezijde van Leiden Centraal de gemoederen flink bezighoudt.
Stationswegbewoner, DJ en ereburger Armin van Buuren trok fel van leer tegen de plannen, en het moet gezegd: zijn argumenten snijden hout, voeren verder dan het onvermijdelijke geklaag van zogenaamde nimbies – niet in mijn vóórtuin, in dit geval – en kunnen door de gemeente toch onmogelijk zomaar genegeerd worden. Maar nog even los daarvan viel vooral de toon van de doorgaans zo vriendelijke en bescheiden Van Buuren op. Hij voelt zich weggezet als zeurende bewoner en verklaarde tegen over Sleutelstad niet te weten of hij op deze manier nog wel ereburger wil zijn. Au!
Heeft het grasveldje dat Terweepark heet nét enige allure gekregen als de plek waar Ramses Shaffy opgroeide, dreigt het te moeten wijken voor een busstation. En niet alleen het parkje, ook Villa Antoinette loopt in de plannen gevaar. ‘Ze gaan van mij horen,’ sprak Armin dreigend. Als een DJ dat zegt, hou je oordoppen dan maar binnen handbereik. De laatste keer dat hij zich inzette voor een lokale actie, slaagde hij er samen met Jochem Myjer in het Glazen Huis naar Leiden te halen, dus de gemeente is gewaarschuwd. En ik denk: als Leiden destijds voor de RijnGouweLijn had gestemd, hadden we nu aan een veel kleiner busstation genoeg gehad…