Toon ik mij een slecht verliezer als ik de winnende namen voor de vijf nieuwe Singelparkbruggen een tikje aan de Baudeteske kant vind? Ik had zoals u hier heeft kunnen lezen zelf al ontdekt dat mijn inzending geen schijn van kans maakte – mijn idee om de bruggen te vernoemen naar onze vijf zustersteden bleek niet uitvoerbaar omdat er op het Waardeiland al twee bescheiden stedenbandbruggetjes bestaan -, dus van teleurstelling over de uitslag is in die zin geen sprake. Maar van de vijf klassiek klinkende fantasienamen die de vijf gezusters nu wel krijgen, word ik ook niet heel erg enthousiast.
Deze niet door Thierry Baudet maar door de professionele naamstrategen Floris Hulsmann en Annedien Hoen bedachte namen hebben helemaal niets met Leiden of met het ontwerp en de plek van de bruggen te maken, en zijn in mijn ogen dus vrijblijvend en volstrekt inwisselbaar. Dat is nog los van dat wat elitaire, verzonnen potjeslatijn mijn grootste bezwaar, maar ja, alea iacta est: jury en gemeente hebben hun oordeel geveld. Het argument dat met de namen Wisenniabrug, Loviumbrug, Helarbrug, Hapynionbrug en Aeldisbrug nieuwe Leidse geschiedenis kan worden geschreven, bleek doorslaggevend. Gefeliciteerd dus, Floris en Annedien! Of: proficiat, dat is in dit geval misschien toepasselijker.
Ik hoop nu stilletjes dat de Leidenaar straks met deze namen aan de haal gaat, zodat op den duur niemand meer weet dat de Ouweknarrenbrug bij het Arsenaalplein officieel de Aeldisbrug heet – zoals in Rotterdam iedereen vergeten is dat de officiële naam van de Koopgoot eigenlijk de Beurs Traverse is. De Don’t worry be happy-brug, dat klinkt ook best oké. En laat de Loviumbrug bij de Zijlpoort maar als de liefdesslotjesbrug door het Leidse leven gaan. Wat ze in Rotterdam kunnen, kunnen wij ook, toch?