Betonspook

Toen Trouw zich vorige maand afvroeg of er een ‘betonspook’ door ons land waarde, moest ik aan de jaarlijkse Woord van het Jaar-verkiezing denken. Dezelfde krant had het ook al heel creatief over de ‘Eindhovense ziekte’, toen een constructiefout in een dit voorjaar deels ingestorte parkeergarage ook in betonprojecten buiten Eindhoven een groot risico bleek te vormen. Over beton lees je nou ook zelden eens iets leuks of gezelligs. De bijnaam Ron Beton, die de bouwlustige Leidse wethouder Ron Hillebrand hier de eerste zes jaar van dit millennium verwierf, was dan ook allerminst een koosnaampje.

In de week dat met de plaatsing van zeven kolossale betonnen schaaldaken een belangrijke stap werd gezet in de nieuwbouw van De Lakenhal, was er meer betonnieuws in onze stad. Heuglijk nieuws voor de verandering, want twee andere projecten sleepten een belangrijke Betonprijs in de wacht. In de categorie ‘bruggen en viaducten’ ging de tweejaarlijkse prijs naar onze Catharinabrug. Waar de Rijnen samenstromen, in het hart van de binnenstad dus, bewijst deze ook naar mijn smaak fraaie, slechts 27 centimeter dunne brug hoe sierlijk en subtiel betonconstructies kunnen zijn. Als het maar niet té dun en subtiel is, denk ik nu, met de Eindhovense ziekte in gedachten.

De tweede Betonprijs, die in de categorie ‘uitvoering’, ging naar de 22 meter diepe Lammermarktgarage. ‘Een spectaculair gebouw,’ oordeelde de jury, die met name oog had voor de procesmatige uitdagingen. Tijdens de bouw van ons ‘achtste wereldwonder’ werd volgens de deskundigen regelmatig de grens opgezocht van wat technisch mogelijk is. Opnieuw denk ik aan Eindhoven, waar die grens net overschreden werd, en ik vraag me af hoe dun de grens tussen een prijs en ineenstorting eigenlijk is. Maar misschien zie ik betonspoken…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Plaats een reactie