Maandelijks archief: oktober 2013

Fotografisch

Ergens tussen 3 oktober en mijn vakantie maakte ik een snel rondje langs de tijdelijke fototentoonstelling op de Hooglandse Kerkgracht, het plein voor de kerk en het Stadhuisplein. Het gros van de foto’s greep me niet – misschien omdat ik mezelf niet echt de tijd voor uitvoerige bespiegelingen gunde, maar naar mijn smaak nodigden de meeste werken daar ook nauwelijks toe uit. Ik nam me voor ze op een later moment nog eens te bekijken en daarna een column over deze alleen al qua opzet bijzondere openluchtexpositie te schrijven.

Het is nu een paar weken later. In het kader van een wat speelsere aanpak heb ik besloten me voor deze column te baseren op wat ik me van mijn eerste wandeling langs de 20 fotozuilen herinner. Een grote, donkere, treurige man met een pot augurken bijvoorbeeld. Deze winnende inzending beklijfde wel, maar deed me – net als foto’s van een gezette, blije vliegtuigspotter, vier nogal rommelige gezinstafereeltjes en vier ongebruikelijke huisdieren – vrij weinig. Ik blijk ook niet bepaald over een fotografisch geheugen te beschikken, want van de talloze portretten herinner ik me alleen een uitgestoken tong. En dan was er nog de serie met vakantieparken bij nacht die ik wel spannend vond.

Eigenlijk was er maar één zuil die me direct aansprak en waarvan ik me alle vier de foto’s ook nog helder voor de geest kan halen. Zelfs de naam van de fotograaf weet ik nog: Irene Cécile. Haar vier foto’s predikten een speelser leven – en laat ik daar met deze slecht gedocumenteerde, nogal losse, louter op herinneringen gebaseerde column eens een beginnetje mee maken. U en ik hebben nog een kleine week om de gratis tentoonstelling te bezoeken, bijvoorbeeld om vast te stellen in hoeverre ik mij door eerste indrukken en mijn geheugen in de luren heb laten leggen.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Even rust

Het valt niet mee, een column schrijven als de felle zon de tekst op het scherm van je smartphone vrijwel onontcijferbaar maakt. Het is nu 26 graden en ik bevind me in nagenoeg horizontale positie op het privéstrand van zeker niet het minste van de pak ‘m beet 200 hotels op Kos. Even rust… Het toeristenseizoen loopt hier op zijn einde. Nog even en dit kleine maar fijne Griekse eiland behoort weer een winter lang toe aan zijn ongeveer 30.000 opwonenden.

Zo’n 200 hotels op 30.000 eilanders… Leiden telt volgens de laatste cijfers 24 hotels op vier keer zoveel inwoners. Ik zou ze eerlijk gezegd niet alle 24 kunnen opsommen, maar het zal ongetwijfeld kloppen. Nadat onderzoek in 2007 uitwees dat in onze stad ruimte was voor meer accommodaties, is het aantal hotelkamers de laatste jaren vrijwel verdubbeld tot 535. De Leidse hoteliers pleitten daarom onlangs in het Leidsch Dagblad voor een paar jaar rust. Best begrijpelijk, want elk nieuw hotel brengt ook weer nieuwe concurrentie met zich mee.

Dat Leiden nu tekent voor nog geen half procent van de 113.427 Nederlandse hotelkamers lijkt mij echter allerminst aanleiding een rustpauze in te lassen. Onze stad heeft toeristen immers oneindig veel te bieden, maar blijft als het om het aantal hotels per inwoner gaat nog altijd ver achter bij beduidend minder toeristische gemeenten als Slochteren, Delfzijl en zelfs Voorschoten. In een hoteldichtheids-top-tig van NU.nl neemt Leiden een wel heel erg bescheiden 189e plaats in. Daarmee laten we steden als Haarlem, Rotterdam, Den Haag en Groningen weliswaar achter ons, maar is dat nu echt reden genoeg om het dan maar op een passief achteroverleunen te zetten? En met deze vraag roep ik mezelf weer tot de orde: even rust, Tjan, want zo’n zomers weekje Kos is voorbij voor je het weet!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Klimaatbeheersing

Ten opzichte van 2008 is het economische klimaat van Leiden 6% verbeterd. Dat blijkt uit de Leidse Binnenstad Index. Ik las het en was meteen op mijn hoede. Een index, is dat niet de onder statistici favoriete manier om minder welgevallige resultaten eenvoudig maar doeltreffend onder het tapijt te vegen? En is de keuze van zowel het ijkjaar als van het aantal, de invulling en de weegfactor van de indicatoren niet bepalend voor de uitslag? Tweewerf ja, beste lezers.

Vijf thema’s en 34 indicatoren resulteren als het om het economische klimaat in onze stad gaat dus in een stijgende lijn. Maar de cijfers die er in mijn ogen echt toe doen, zijn behoorlijk alarmerend. Het aantal winkels in de binnenstad nam ten opzichte van 2008 bijvoorbeeld met 10% (ruim 60 winkels) af. Vergeleken met de leegstand in de winkelstraten in de rest van het land, doet Leiden het steeds slechter (-14%), het kernwinkelgebied trok 12% minder bezoekers en in het centrum van Leiden staat meer dan 17% van alle kantoorruimte leeg. Ja ja…

Wat koop je voor een gunstig klimaat als het regent? Natuurlijk, de cijfers die ik er nu uitlicht doen geen recht aan de goede resultaten, die wel degelijk óók geboekt zijn. Je zou dan ook kunnen stellen dat achter de wolken de zon schijnt, zeker wanneer we ons niet zelfvoldaan in slaap laten sussen door deze op het eerste gezicht geruststellende index. In plaats daarvan moeten we als stad wakker en alert zijn, de problemen onder ogen durven zien en vooral aanpakken. De Open Panden Dag die het Centrum Management eind september organiseerde, was wat dat betreft een belangrijke stap in de goede richting. Laat ondernemers maar zien wat er hier allemaal leeg staat, en laat de stad ze maar verleiden. Dan komt het met die Leidse Binnenstad Index helemaal goed.

1 reactie

Opgeslagen onder Column

Het paard van Leiden

Ik ken best wel wat beroemde paarden: Salinero, Snuitje en Jolly Jumper bijvoorbeeld, en natuurlijk de paarden van Troje en Sinterklaas. Verder wist ik dat de vuurtoren van Marken ‘Het Paard van Marken’ heet. Maar van het paard van Leiden had ik nog nooit gehoord. Het is een sage die in 1919 werd opgetekend door ene Josef Cohen en waarop ik in de aanloop naar 3 oktober op internet min of meer per ongeluk stuitte.

Het verhaal speelt tijdens het tweede beleg van Leiden door Valdez. Honger houdt de Leidse bevolking in zijn greep en eist dagelijks zijn tol. Burgemeester Van der Werff kondigt daarom een maatregel af: elke dag wordt op het plein (de Beestenmarkt?) bekendgemaakt wie een paard moet afstaan voor de slacht, zodat met het paardenvlees de ergste honger gestild kan worden. De loterij roept veel weerstand op, maar zodra Van der Werff – en dat verhaal kent elke Leidenaar – zijn eigen lichaam ter consumptie aanbiedt, begrijpt het volk dat er weinig anders op zit. Een man die doodsbang is dat hij zijn enige paard zal verliezen, hoort elke ochtend tot zijn opluchting weer een andere naam noemen. Toch komt ook hij aan de beurt. Zijn paard wordt geslacht, juist op de dag dat de Geuzen de stad bevrijden. Heel Leiden viert op deze derde oktober uitbundig feest, behalve die ene man, die eenzaam en ontroostbaar door de stad slentert.

De moraal van dit sneue verhaal? Geen rozen zonder doornen, of: de een z’n beest is de ander z’n feest – zoiets moet het zijn. Maar zie ik het te rooskleurig, of verliep Leidens Ontzet 2013 nu eens écht zonder klachten en wanklanken? Eindelijk een keer geen gemekker over geluidsoverlast, dieren in de optocht, versperde vaarroutes of andere sleetse stokpaardjes. Het was dit jaar voor iedereen feest, en dat mag óók weleens in de krant!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Tunnelvisie

Morgenochtend tijdens de Koraalzang in het Van der Werfpark klinkt het lied van Koppelstock weer uit duizenden kelen: ‘In naam van Oranje, doe ópen de poort!’ De afgelopen jaren was dit ook zo ongeveer de tekst van de gemeente in de onderhandelingen met de NS. Inzet van de discussie was de voorgenomen sluiting van de OV-poortjes in het Centraal Station. Meer dan zes jaar geleden publiceerde ik naar aanleiding van het gekissebis op deze zelfde plek de opzienbarende resultaten van een eigen onderzoek. Wat bleek: wie vanaf de Wolkers-zuil naar het LUMC wandelt, is via de Walenkamptunnel welgeteld 24 luttele seconden langer onderweg dan wie door de drukke stationshal loopt.

Maar de onderhandelingen duurden voort, en dat terwijl de NS de poortjes helemaal niet kán sluiten omdat voor verschillende abonnementen, zoals zakelijke trajectkaarten, reizen op saldo nog altijd niet mogelijk is. Ik maakte me dus al op voor een 80-jarige oorlog waarin de twee partijen vooral een principiële strijd voerden. Maar opeens is er een doorbraak. Er zijn concrete plannen voor nóg een tunnel onder het spoor door.

Ik vind het nogal een paardenmiddel, waarmee de middenstand in het station bovendien verre van geholpen is. Zeker in tijden van crisis moet je je ook afvragen of Leiden en de NS geen grotere problemen hebben. Het pas gepresenteerde tunnelplan voorziet weliswaar in een nieuwe fietsenkelder met 5000 plekken, maar dan nog: tientallen miljoenen, dat is veel, heel veel geld. Het zal dus afhangen van het wederzijdse enthousiasme of die tunnel er ook echt komt, maar voorlopig lijken de mannen me minder ‘kloek en vol vuur’ dan die van Lumey, 441 jaar geleden. Ik verwacht dus allerminst ‘binnen ’t uur’ bericht dat de schop de grond in gaat. Waar is die Simon de Rijck als je ‘m nodig hebt?

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column