Maandelijks archief: april 2012

Kunst in het wild

Twee artsen die zich naar een patiënt haasten. Zwijgende familieleden met bedrukte gezichten in de lift naar beneden. Nerveus in hun stoeltjes wiebelende wachtenden bij een poliklinische afdeling… Jij staart naar een muur. Naast je hoor je een liftdeur openschuiven. Vanuit je ooghoeken zie je hoe iemand met bed en al een gang in wordt gereden, maar je blik blijft op de muur gericht. Je ziet daar twee mannen. Ze voetballen op het strand. In zwart-wit, maar levensgroot. De rechter neemt met opgeheven knie de bal aan, hij lacht. De linker wacht af.

Liefhebbers van moderne kunst weten het LUMC al langer feilloos te vinden, want in de Galerie worden jaarlijks vijf exposities georganiseerd die bij pers en publiek hoog staan aangeschreven. De afgelopen vijfentwintig jaar heeft het ziekenhuis echter ook een imposante permanente collectie opgebouwd, waarvan de kunstwerken deel uitmaken van het interieur van het ziekenhuis. Kunst met een functie dus. Kunst die niet klinisch te midden van andere kunst in een verstild museum hangt, maar kunst in het wild.

Hoewel een ziekenhuis een openbaar gebouw is, stap je er niet zo snel binnen om eens op je gemakje rond te kijken wat er zoal aan de muur hangt. Het LUMC nodigt iedereen uit dat vooral wel te komen doen en stippelde daartoe een Kunstroute uit langs een representatieve selectie uit de gevarieerde vaste collectie. Aan de hand van een fraai en bovendien gratis boekje, dat sinds twee weken in de centrale hal voor u klaar ligt, kunt u ongestoord rondstruinen door de gangen van het medisch centrum. In een natuurlijke en dynamische omgeving waarin gewerkt, geleerd, geleden, gehoopt, gevreesd en genezen wordt, kan ook – of misschien wel juist – van kunst worden genoten. Ik kan u dit ziekenhuisbezoekje van harte aanbevelen.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Fotogeniek

Al 120 dagen cirkelt André Kuipers nu rond de aarde, en ook de komende 75 dagen blijft hij dat nog wel even doen. Soms, als de avond valt en de spiegels van het ISS de zon reflecteren, kun je zijn ruimtestation met het blote oog voorbij zien vliegen. Een fascinerend schouwspel, dat tegelijkertijd de grootsheid van waartoe de mens in staat is, als de kleinheid van diezelfde mens illustreert. Zou ons astronautje nu naar beneden kijken, vroeg ik me af toen ik het ISS als een witte stip aan de hemel zag passeren. En wat ziet hij dan?

Vorige week publiceerde Kuipers vanuit het ruimtestation een foto van de Randstad. Een bijzondere plaat, die Leiden van zijn beste kant laat zien. Wie de foto gezien heeft, zou me nu van gelul in de ruimte kunnen betichten. Er zijn immers wel mooiere kiekjes van onze stad dan in het aardedonker, recht van boven en van 400 kilometer afstand genomen. Ik geef ook toe: Amsterdam en Schiphol zag ik direct liggen en de ‘Stad van Ontdekkingen’ liet zich niet zo 3-2-1 ontdekken. Maar toch, beste lezer, maar toch…

Zonder het Leidse bedrijf Cosine, had Astro-André’s Nikon-camera ‘Leiden by night’ niet eens kúnnen registreren. De combinatie van de lange sluitertijd die nodig is om een dergelijke foto te belichten en een kruissnelheid van meer dan 27.000 kilometer per uur zou ongetwijfeld een bewogen foto hebben opgeleverd. Het in het Bio Science Park gevestigde Cosine ontwikkelde in opdracht van de ESA de NightPod, een hulpmiddel waarmee dergelijke bewegingsonscherpte digitaal kan worden tegengegaan. Op Kuipers’ haarscherpe foto, die deel uitmaakt van een serie die lichtvervuiling in kaart moet brengen, is Leiden dan misschien niet meer dan een klein, oplichtend vlekje. Maar vlak dit vlekje niet uit, want wat zijn we hier toch tot veel in staat!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Droomstad

Vorige week maandag stond de Leidse Schouwburg in het teken van dromen. Negen sprekers kregen tijdens een inspirerende avond ieder negen minuten de tijd om te schetsen hoe Leiden er in 2030 uit zou zien als hun dromen werkelijkheid zouden worden. Sommige sprekers hadden daar moeite mee. De een omdat hij de wetten en praktische bezwaren vreesde die hier tussen droom en daad nogal eens in de weg blijken te staan, de ander juist omdat er in achttien jaar zoveel kan veranderen, dat al te ver vooruitkijken zinloos lijkt.

Laten we eens achttien jaar teruggaan in de tijd: Leiden, 1994. B&W moesten ook toen 15 miljoen bezuinigen, alleen ging het destijds nog om guldens. Volgens de Winkelatlas Zuid-Holland verloor onze stad als winkelstad terrein en de binnenstadwinkeliers schreeuwden moord en brand: er moest iets gebeuren. Het antwoord van de gemeente luidde ‘Bereikbare kwaliteit’. De Aalmarktplannen luisterden toen nog naar de naam ‘Sleutelhof-project’, er zou op termijn een parkeergarage worden gebouwd bij de Morspoort, De Rijksweg 11 West en de Ringweg Oost stonden hoog op de agenda én de tram moest terug: vanuit Alphen over bestaand spoor naar Lammenschans en vervolgens via de binnenstad naar de kust.

De meeste dromen zijn bedrog, zong Marco Borsato in datzelfde 1994 al. Van alle hierboven genoemde, veelal zeer concrete plannen die ik uit de kranten van dat jaar viste, zijn er achttien jaar later welgeteld nul verwezenlijkt. Je zou het een nachtmerriescenario kunnen noemen. En tóch werd er vorige week gedroomd. En ik droom, hoop en bid vurig mee: dat over nog eens achttien jaar dan toch tenminste het vooralsnog door heel Leiden omarmde Singelpark gestalte heeft gekregen. Al was het maar om te bewijzen dat we in Leiden niet alleen durven dromen, maar ook durven doen.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Gemaintiendraai

Eind januari wees een onderzoekje in mijn eigen wijk uit dat meer dan de helft van de autobezitters die er parkeerden de blauwe zone-regels aan hun laars lapten. Ik wijdde er een column aan en vrij snel daarna – ik suggereer bewust een causaal verband – begon de gemeente met het uitdelen van bekeuringen. Sindsdien is de parkeerdruk in de wijk drastisch verminderd. ‘Je maintiendrai’, ik zal handhaven, luidt de wapenspreuk van ons land, en dat is natuurlijk niet voor niets.

De wapenspreuk van Leiden, ‘Haec libertatis ergo’, zou je met een beetje goede wil kunnen vertalen met ‘Vrijheid, blijheid’ – en ook dat lijkt niet voor niets: ‘Fiets fout’ is rond het station niet langer ‘fiets weg’, omdat deze plaatselijke verordening volgens een Haagse rechter juridisch onjuist is geformuleerd. De regel dat de Leidse horeca bij buitenevenementen gebruik moet maken van herbruikbare eco-glazen wordt op 30 april bij het eerste het beste evenement al gerecycled. En als de Milieudienst West-Holland met een gat in de begroting blijkt te kampen, wordt ook dat met gemaintiendraai gedicht: dan wordt er het komende jaar toch gewoon wat minder gecontroleerd?

Al jaren heeft Leiden een Modellenboek Gevelreclame. Nu de gemeente dan eindelijk begonnen is met het aanpakken van de volgens dit modellenboek verboden stoepborden en de lokale middenstand zo waar zelfs op de vingers wordt getikt, is de VVD er als de kippen bij met een voorstel dit stoepbordverbod te heroverwegen. Volgens de liberalen zou er bij diezelfde middenstand namelijk geen draagvlak meer zijn voor dit verbod. De overtreder laten bepalen of regels wenselijk zijn of niet, het lijkt me de omgekeerde wereld. Maar tegelijkertijd toont het aan dat het hier met het draagvlak voor onze wapenspreuk voorlopig nog wel goed zit!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column