Maandelijks archief: februari 2015

Hapjes

Een mens kan niet overal goed in zijn. Ik ben bijvoorbeeld geen hoogvlieger als het om het eten van een Turkse pizza gaat. De ene keer druppelt er door een minuscuul openingetje in de omgevouwen aluminiumfolie toch weer knoflooksaus op mijn kleding of schoenen, de andere keer knaag ik per ongeluk een stukje van die folie mee. Ik vind het eten van een Turkse pizza kortom best wel gedoe. Maar soms neem ik de gerede kans op vieze vlekken of pijnlijke vullingen voor lief, en waag ik me toch weer aan zo’n lahmacun. Met alle gevolgen van dien.

Vorige week bleek mijn Turksepizzamannetje gevlogen. Het kleine eethuisje van M&A Hapjes aan het einde van de Haarlemmerstraat was volledig gestript. Het staat in geen verhouding tot de faillissementen van Block, Selexyz, Schoenenreus en Free Record Shop, of de gevolgen die de crisis nog kan hebben voor Blokker en V&D, maar toch was ik er even stil van. Een verrassing was het niet, want het innemende Turksepizzamannetje (van wie ik niet eens weet of hij M of A was) maakte er als hij de pizza in de oven had geschoven nooit een geheim van dat er te weinig loop in de straat zat om genoeg omzet te draaien.

Hij had geen geld voor personeel en werkte zich – letterlijk met het zweet op zijn voorhoofd – een slag in de rondte, terwijl zijn conditie dat eigenlijk niet toeliet. Bijzonder eigenlijk, dat je het met een wildvreemde in een mengelmoes van Nederlands en Engels net zo makkelijk over little cows en kalfjes, als over chemotherapie kunt hebben. Met het oog op de gezondheid van het Turksepizzamannetje was het misschien ook maar beter dat het niet zo druk was in zijn winkeltje. En hoe gek het ook klinkt: ik hoop zó dat hij failliet ging. Want dat zou tenminste betekenen dat zijn eethuisje niet verdween omdat hij die andere strijd verloor.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Wegens verbouwing gesloten

Vorig jaar was een fantastisch jaar voor de Leidse musea. Gezamenlijk noteerden zij meer dan een miljoen bezoekers, een prachtig resultaat dat meteen ook als record de boeken in ging. Met de musea en hun aansprekende tijdelijke exposities maakt Leiden niet alleen de slogan ‘Stad van Ontdekkingen’ waar, maar hebben we ook een unieke toeristische troef in handen, die omgerekend goed is voor bijna 3000 dagjesmensen per dagje. Want natuurlijk gaan deze museumbezoekers ook nog even op ontdekkingstocht in onze mooie binnenstad…

Goed nieuws dus, al is er de komende jaren ook genoeg reden tot zorg. Wethouder Strijk gaf vorige maand in De Volkskrant al aan niet te verwachten dat dit record de komende jaren zal sneuvelen. Drie van de publiekstrekkers (Naturalis, Lakenhal en Oudheden, samen goed voor de helft van het museumbezoek in onze stad) sluiten namelijk tijdelijk en goeddeels tegelijkertijd hun deuren om te verbouwen, en dat zullen horeca en middenstand in de stad ongetwijfeld gaan voelen.

Dankzij een donatie van 1,2 miljoen van de BankGiro Loterij wordt de komst van de T-Rex bespoedigd en zal de dino niet pas ná de verbouwing van Naturalis, maar al in het najaar van 2016 in Leiden te zien zijn. Maar of deze indrukwekkende, nog naamloze Tyrannosaurus rex – de enige in Europa – genoeg is om het gapende gat te dichten is maar de vraag. De capaciteit van het Pesthuis, waar het unieke prehistorische reptielenskelet zal worden opgetuigd, is immers maar beperkt. Een grote uitdaging voor de dames en heren citymarketeers en cultuurmakelaars dus, die zich er ongetwijfeld het hoofd al over breken. Anders dan een paar jaar geleden heb ik er intussen alle vertrouwen in dat ze met mooie plannen zullen komen. De Stad van Ontdekkingen is er creatief genoeg voor.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Logo

Precies acht jaar geleden verscheen het eerste vernieuwde Witte Weekblad, met een frisse en kleurrijke lay-out en mijn allereerste Steeksleutels. De krant ziet er acht jaar later nog nagenoeg hetzelfde uit – net als deze column trouwens, die intussen alleen zo’n 225 tekens langer, en van één kolom op de achterpagina naar twee kolommen op de 3 verhuisd is.

Herkenbaarheid is belangrijk in medialand, en veranderingen brengen altijd risico’s met zich mee. Ik verbaas me soms dan ook wel over het schijnbare gemak waarmee bedrijven en organisaties hun huisstijl of zelfs hun naam inruilen voor een nieuwe identiteit, al helemaal omdat dit klauwen met geld kost, waarvan het echt niet gezegd is dat dat zomaar weer wordt terugverdiend. Mijn overtuiging is dat sterke merken geen metamorfoses nodig hebben. En nee, dan doel ik niet per se op het Witte Weekblad, en al helemaal niet op de naam en de kop met de Leidse steeksleuteltjes die boven deze tekst staat.

Neem nu het logo van onze universiteit. Ik heb er zes jaar mogen rondstruinen, zou het beeldmerk niet na kunnen tekenen, maar herken het uit duizenden: de Romeinse godin Minerva, met in haar rechterhand een boek, in het linker een schild waarop Medusa staat afgebeeld en een speer aan haar voeten. Links het wapen van Holland, rechts dat van Willem van Oranje en onderin het wapen van onze stad. Wist u dat dit logo al sinds de stichting van de ‘Academia Lugduno Batava’ in 1575 bestaat? De afgelopen eeuw is alleen de Latijnse randtekst ‘Libertatis Praesidium’ toegevoegd en bedacht Johan Huizinga dat ovaal beter was dan rond. Ik geef toe: ik heb de afgelopen acht jaar weleens overwogen een nieuwe Steeksleutels-kop te ontwerpen. Maar als ik dan het 440 jaar oude logo van de Leidse universiteit zie, zou ik eigenlijk niet weten waarom.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Droom en vrees

5,8%… Het is nogal een loonoffer dat Vroom en Dreesmann van zijn personeel vraagt. Voor journaliste Willemijn Sneep was het de aanleiding om de onlangs zo prachtig verbouwde Leidse vestiging van V&D te bezoeken, en dat resulteerde twee weken geleden in een mooi verhaal in het Leidsch Dagblad. Want ja, Leiden mag trots zijn op het in mei heropende warenhuis, dat voor het winkelbedrijf niet voor niets als voorbeeldfiliaal dient.

Natuurlijk was Sneep benieuwd naar de cijfers, maar in Leiden kon of wilde niemand daar iets over zeggen en werd de LD-journaliste doorverwezen naar de landelijke woordvoerster. Die deed op haar beurt weer geen uitspraken over de resultaten van afzonderlijke winkels, maar herhaalde nog maar eens een keer hoe mooi het in Leiden geworden was.

Mooi, ja, dat is het zeker… Maar toch kom ik er niet veel vaker dan voor de verbouwing – goed, ik at bij La Place een keer ’s avonds een pizza met gecremeerde asperges, drink in het grappige huiskamertje op de eerste verdieping weleens een bekertje espresso en verbaas me doordeweeks vooral over het aantal klanten, dat ver achterblijft bij de hoeveelheid FTE’s die zich achter hun kassa’s staan te vervelen. Het warenhuis sluit op werkdagen ook niet langer om 21.00 uur, maar intussen weer om 19.00 uur zijn deuren, en ook dat is veelzeggend. Als het concern Sneep nu met klinkende Leidse cijfers om de oren had geslagen, had ik er nog wel een klein beetje vertrouwen in gehad, maar kastje, kluitje, muur en riet doen vermoeden dat zelfs het Leidse droomfiliaal, dat dus als voorbeeld moet dienen voor de rest van de winkels, verlieslatend is. En dat is niet zo mooi, want zo lijkt het gevraagde loonoffer niet meer dan een vorm van tijdrekken, zonder enig levensvatbaar perspectief. Ik vrees een nachtmerrie.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column