Een mens kan niet overal goed in zijn. Ik ben bijvoorbeeld geen hoogvlieger als het om het eten van een Turkse pizza gaat. De ene keer druppelt er door een minuscuul openingetje in de omgevouwen aluminiumfolie toch weer knoflooksaus op mijn kleding of schoenen, de andere keer knaag ik per ongeluk een stukje van die folie mee. Ik vind het eten van een Turkse pizza kortom best wel gedoe. Maar soms neem ik de gerede kans op vieze vlekken of pijnlijke vullingen voor lief, en waag ik me toch weer aan zo’n lahmacun. Met alle gevolgen van dien.
Vorige week bleek mijn Turksepizzamannetje gevlogen. Het kleine eethuisje van M&A Hapjes aan het einde van de Haarlemmerstraat was volledig gestript. Het staat in geen verhouding tot de faillissementen van Block, Selexyz, Schoenenreus en Free Record Shop, of de gevolgen die de crisis nog kan hebben voor Blokker en V&D, maar toch was ik er even stil van. Een verrassing was het niet, want het innemende Turksepizzamannetje (van wie ik niet eens weet of hij M of A was) maakte er als hij de pizza in de oven had geschoven nooit een geheim van dat er te weinig loop in de straat zat om genoeg omzet te draaien.
Hij had geen geld voor personeel en werkte zich – letterlijk met het zweet op zijn voorhoofd – een slag in de rondte, terwijl zijn conditie dat eigenlijk niet toeliet. Bijzonder eigenlijk, dat je het met een wildvreemde in een mengelmoes van Nederlands en Engels net zo makkelijk over little cows en kalfjes, als over chemotherapie kunt hebben. Met het oog op de gezondheid van het Turksepizzamannetje was het misschien ook maar beter dat het niet zo druk was in zijn winkeltje. En hoe gek het ook klinkt: ik hoop zó dat hij failliet ging. Want dat zou tenminste betekenen dat zijn eethuisje niet verdween omdat hij die andere strijd verloor.