24

Nee, deze Steeksleutels gaat niet over de altijd weer spannende avonturen van special agent Jack Bauer. Voor deze column is het Tjan, uw eigen Witte Weekblad-action hero, die in actie is gekomen. Hij wandelde namelijk in 3 minuten en 36 seconden van Wolkers’ Ode aan Rembrandt op het Stationsplein, naar de draaideur van het LUMC. Terug deed hij er 24 seconden langer over. Reden? De eerste route ging via de stationshal, de tweede via de Walenkamptunnel.

Nu de NS de poortjes in het station al geplaatst hebben, schrikt ook GroenLinks nog eens wakker. Een beetje laat, naar mijn smaak. Veel mensen wandelen van het LUMC naar de bussen en de taxi’s, jammert duo-raadslid Lex van Wijngaarden nu, en als de poortjes straks in gebruik zijn genomen, kan dat niet meer. Een wandeling via de Walenkamptunnel is volgens hem ‘geen reëel alternatief’. Mijn stopwatch toonde echter aan dat het voor buspassagiers niet uitmaakt hoe ze lopen, terwijl taxipassagiers via de tunnel slechts 24 seconden langer onderweg zijn. Als je echter niet snapt dat een taxi ook pal voor de deur van het LUMC kan stoppen, hoor je wat mij betreft achter heel andere poortjes thuis.

Uiteraard weigert de NS de poortjes te verplaatsen – als de gemeente immers nooit een recht van overpad heeft bedongen, zijn zij baas in eigen station. En wat is nu helemaal 24 seconden, zeker in verhouding tot de tijd die GroenLinks aan dit even late als kansloze protest heeft verkwist? Van Wijngaarden zou er beter aan doen om in plaats van dit non-issue ‘reële’ problemen aan de kaak te stellen. Leiden heeft er genoeg!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Doekje voor het bloeden

Stel dat de Nederlandse regering zou besluiten dat onze jongens zich met onmiddellijke ingang terug moeten trekken uit Urugzan, nog voor er ook maar een bushokje gewederopbouwd is. Zou dat dan getuigen van inzicht? Ik denk dat – o, wacht even… misschien is dit niet het meest geschikte onderwerp voor een luchtige, Leidse huis-aan-huiscolumn. Ik begin even opnieuw…

Stel dat je al je vrienden uitnodigt voor een vorstelijk kerstdiner op Eerste Kerstdag, met alles erop en eraan: prachtige wijnen en zo mogelijk nog meer gangen dan de grotten van Torabora. Is het dan logisch om op kerstavond je blauwspar af te tuigen en je huis te ontdoen van alle kersttierlantijnen? Nee Tjan, hoor ik u zeggen, dat is het niet. Mooi, dan zijn we het eens. Vermoedelijk bent u het dan ook met me eens dat het verwijderen van de Rembrandt-doeken uit de binnenstad in de week voorafgaand aan het Rembrandtfestival op z’n minst onbegrijpelijk te noemen is – om niet te zeggen dat het de meest hilarische klucht van dit hele festival was.

Dat de openluchtexpositie op een gegeven moment weer uit het straatbeeld zou verdwijnen, was bekend. Maar had daar nou nog even één weekje mee gewacht, tot ook Rembrandts vierhonderdeneerste verjaardag achter de rug was en de verjaarsvisite Leiden weer verlaten had. Wie nog eens wil kijken hoe de doeken er ook alweer bijhingen: op http://www.tjan.nl/rembrandt zijn ze stuk voor stuk in volle glorie te bekijken, als een soort doekje voor het bloeden. Deze website zal in ieder geval online zijn tot ná het volgende Rembrandtfestival!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Van hetzelfde laken…

Met de Peurbakkentocht gingen afgelopen donderdag de Van-hetzelfde-laken-een-pakfeesten weer van start. Als altijd schreeuwde mede-organisator Aad van der Luit zich vanaf de terrasboot van Annie’s weer de longen uit zijn lijf, alsof hij geen microfoon in zijn handen had. De Leidse R rolde dat het een aard had, er zat geen enkele lijn in zijn verhaal en als iemand het naar z’n zin had, dan was dat de aanstekelijk enthousiaste Aad zelf wel. Heerrrlijk, zo’n déjà vu!

Tijdens de drukbezochte prijsuitreiking maakte zich drie maanden te vroeg een onmiskenbaar 3 oktober-gevoel van me meester, en dat kwam niet alleen door het gure herfstweer. Het programma van de Lakenfeesten is inmiddels bijna nog voorspelbaarder dan dat van de jaarlijkse viering van Leidens Ontzet, waarbij je zelfs met een Feestwijzer uit het interbellum nog een heel eind zou kunnen komen. En nee, dat is geen kritiek: kippen die gouden eieren leggen, moet je vooral niet slachten.

Erg jammer dus dat het zonnetje niet scheen – en bij zonnestudio Aurora in de Nieuwstraat kun je ook al niet meer terecht om een beetje bij te bruinen. Zonnebrand… voor de tweede keer in een halfjaar. Ditmaal zou er sprake zijn van een overval, waarbij de eigenaar werd geboeid, er een jerrycan benzine werd leeggegoten en de boel in lichterlaaie werd gezet. Gelukkig zijn de vermoedelijke daders gepakt, want stel je eens voor dat dit, net als de Lakenfeesten, een succesformule zou zijn gebleken die vervolgens keer op keer zou worden herhaald. Het moet in Leiden natuurlijk wel gezellig blijven!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Een volgende keer

Ze waren er blijkbaar niet erg gerust op. Of-ie nog kwam. Ik hield me van de domme. Ze kregen m’n columns toch altijd op tijd? Ja, nee, dat was het probleem ook niet, maar… Ik zegde toe dat ik ook de volgende column weer bijtijds zou inleveren. Vonden ze fijn. Kon die dan misschien gaan over – nou ja, dat begreep ik wel, toch?

Al weken zit de krant erop te azen: een column over de cultuurtempel aan de Breestraat. Steeds als ik in mijn wekelijkse bijdrage over de zaal repte – u heeft het vast gezien – voegde een nijvere redacteur daar ‘waarover een volgende keer meer’ aan toe. Vooralsnog vruchteloos, want ik heb helemaal geen haast met een column over de Stadsgehoorzaal (waarover een volgende keer meer), zeker niet zolang u en ik belangrijker zaken te bespreken hebben. De opmars van die minderjarige Roemeense accordeonistjes bijvoorbeeld, die zich na een eerdere column direct in de warme belangstelling van de gemeenteraad mochten verheugen.

Weet u wat het is? Ik héb niets met die zaal. Ik vind de sfeer er niet prettig, ik vind de programmering kleurloos, ik vind de akoestiek er erbarmelijk en ik walg van de ambtenarenmentaliteit van sommige medewerkers, die na een voorstelling iedereen, artiesten incluis, het liefst nog tijdens het slotapplaus de deur uit bonjouren. Hoewel Leiden veel te weinig podia telt, mís ik de Stadsgehoorzaal (waarover een volgende keer meer) momenteel niet eens. Ben ík dan de aangewezen persoon om te schrijven over die dure en langdurige renovatie ervan? Ja, zegt de krant. Oké, een volgende keer dan, misschien…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

En dat is 87…

Brainstormsessies kunnen tot geweldige lijstjes leiden. In zijn eentje kwam zanger Paul Simon in 1975 bijvoorbeeld tot maar liefst vijftig manieren om een geliefde te verlaten – een niet onaardig resultaat. De gemeente Leiden toonde zich onlangs nog productiever en heeft in een eerste inventarisatieronde zelfs 86 manieren verzonnen om de Leidse ondernemers wat minder voor de voeten te lopen.

De circa 4000 in Leiden gevestigde ondernemers zijn gezamenlijk, zo is becijferd, jaarlijks een half miljoen euro kwijt aan gedoe rond regeltjes, bepalinkjes en vergunninkjes. Eerlijk gezegd viel mij dat eigenlijk nog mee: gemiddeld gaat het om zo’n tien euro per ondernemer per maand. De gemeente wil zich echter van z’n beste kant laten zien en is van plan dit bedrag met ongeveer eenderde te reduceren. Daarmee zou Leiden verder gaan dan de vanuit Den Haag verlangde 25%.

Waar Paul Simon tenminste nog íéts met zijn lijstje heeft gedaan (na twee echtscheidingen is hij in 1992 voor de derde keer getrouwd), publiceerde de gemeente in dezelfde week waarin over de ‘lijst van 86′ werd gerept ook het nieuwe modellenboek voor gevelreclame. Hierin wordt de stad in niet minder dan zes verschillende kerngebieden verdeeld, waarvoor steeds weer andere regeltjes gelden. Hoezo doorzichtige overheid? Borden op de stoep mogen niet meer, markiezen en rolluiken moeten verdwijnen, airco’s moeten uit het zicht worden geplaatst… Deze voorstellen gaan de Leidse middenstand ongetwijfeld heel veel geld kosten, en daarmee staat de teller dus gelijk op 87. Dat schiet lekker op!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

2.36.57

Jos Hoogeboom, de winnaar van de Leidse marathon, was nog niet over de streep, of de organisatie gaf aan volgend jaar meer geld te willen investeren om échte toppers aan de start te krijgen. Kijk, dat is leuk om te horen als je je net meer dan 42 kilometer de poten uit je lijf hebt gerend. Natuurlijk, de winnende tijd wás ook geen toptijd. Met 2.36.57 zou Hoogeboom op 15 april in tropisch Rotterdam 32 lopers, waaronder vijf vrouwen, voor zich hebben moeten dulden. Hij was dan een klein halfuur langzamer dan de winnaar en zo’n tien minuten minder snel dan de snelste vrouw geweest.

Toch vind ik het vreemd dat de organisatie haar pijlen niet wil richten op de breedte, maar op de top. Alles is te koop, maar met het aantrekken van een snelle en dus dure Keniaan ben je nog nergens: het parcours moet dan ook sneller, en er moeten duurbetaalde hazen worden ingezet die de winnaar aan die gewenste toptijd helpen. Zou het er nu echt leuker op worden als het vervolgens een halfuur wachten is op de uit Tuitjehorn afkomstige nummer twee?

In Rotterdam startten dit jaar 20.000 marathonlopers. In Leiden liepen slechts 329 renners de hele afstand. Het streven naar toptijden is in mijn ogen dan ook zoiets als de Stadsgehoorzaal (waarover een volgende keer meer), die meent Carré naar de kroon te kunnen steken. Is de Leidse marathon zoals men zegt écht de gezelligste op de atletiekkalender? Mooi, houden zo! Liever veel meer hoempapa, dan het Keniaanse volkslied. Of zoals men op TV West zei: ‘Een winnaar die geen Swahili spreekt, goh, dat is toch ook weleens leuk!’

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Accordeonnetjes

Anderhalve week geleden zong de aanstormende zangeres Charlie Dée zich voor een klein publiek bij Plato in de Vrouwensteeg de longen uit haar lijf. Mooi is dat, muziek die met passie wordt gebracht! Ook straatmuzikanten weten soms te raken, zoals Tjebbe, die vrijwel elke zaterdag op de Haarlemmerstraat met vuur zijn liedjes zingt. Om mooie muziek te kunnen horen heb je dus helemaal geen Stadsgehoorzaal nodig, maar daarover in een volgende column meer…

Nee, dan het draaiorgel, waarvan Leiden er talloze telt. Lawaai op wielen, dat is het. Helse herrie die heel lui met behulp van een tuffend 2-tactmotortje tot stand komt. Moet je iemand die met inhalige blik en a-ritmisch met een koperen bakje rammelt belonen voor het gebulder dat zijn steevast hinderlijk geparkeerde pierement produceert? Als het offer voor een functionerende multiculturele samenleving zou zijn dat wij, autochtonen, onze draaiorgels moesten inleveren, dan zou ik zeggen: deal!

Of heb ik iets gemist en is die deal al beklonken? Sindskort lijken de Leidse draaiorgels namelijk verdrongen door een legertje individueel opererende, oostblokkerige muzikantjes met bordeauxrode accordeonnetjes. Ze kijken stuk voor stuk even treurig, als de huilende zigeunertjes op van die kitscherige schilderijtjes. Dat ze erbarmelijk spelen, dat is nog tot daaraan toe: met slechte muzikanten kun je de Leidse grachten dempen (vraag maar aan Stanley met z’n sax). Nee, als inspiratie- en vreugdeloos gepiel louter dient als slap excuus voor ordinair gebedel, dan kan muziek ook héél erg lelijk zijn.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Second Leiden

Iedereen moet natuurlijk zelf weten hoe hij zijn tijd verkwist (ik schrijf zelf bijvoorbeeld wekelijks een column), maar wat mensen op Second Life te zoeken hebben, heb ik nooit begrepen. Ik snap ook niet waarom iemand veel tijd en Linden dollars steekt in een virtueel Leiden, compleet met Koornbeurs en een openluchtdisco bij molen De Put. Vooral niet omdat er al een Second Leiden wás. Ein Zweiter Leiden, beter gezegd, want het gehucht ligt in het zuidelijkste puntje van Duitsland, op een halfuurtje rijden van de Bodensee.

Het plaatsje, dat ik via internet ontdekte, is klein. Hoe klein? Zeer klein! Leiden maakt met 34 andere buurtschappen deel uit van de 1300 inwoners tellende gemeente Gestratz. Het buurtschap Leiden is zo onbeduidend dat Google Maps het niet eens kent, maar met behulp van andere kaarten kun je het op luchtfoto’s wel herkennen. Leiden ligt vredig temidden van bossen en bergen, en bestaat uit slechts twee boerderijen.

Soms zou ik willen dat óns Leiden zo overzichtelijk was. In Duitsland heeft Leiden allang een gekozen burgemeester: Johannes Buhmann. De gemeenteraad heeft zich er de laatste jaren alleen bemoeid met de bestrating van Gestratz. Er is geen Dorpsgehoorzaal, en al helemaal geen te dure timmerman (over de Stadsgehoorzaal een volgende keer meer). De telefoonnummers bestaan er uit drie cijfers… Kortom, wie in z’n vrije tijd virtueel wil dansen bij een virtuele molen, moet dat vooral doen. Míjn ultieme vorm van ontspannen is wat met m’n cursor boven mijn denkbeeldige tweede huis in Zweiter Leiden zweven. Tschüss!

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Leidse Doodloper

Als je wasmachine of tv het niet meer doet, dan zet je het ding op de stoep. En wanneer iemand z’n werk niet doet, wordt hij of zij vroeg of laat op straat gezet. Stoep en straat zijn dus bij uitstek de plaatsen waar je zaken of personen aantreft die niet doen wat ze eigenlijk zouden moeten doen. In dat licht is het dus niet zo gek dat de wegwijzers van de Leidse Loper deel uitmaken van ons straatbeeld. Net als defecte apparaten en ontslagen nono’s doen ze immers niet wat ze horen te doen. De weg wijzen, in hun geval.

Toen de prijzige wegwijzers in 2005 werden neergezet, wemelden ze van de fouten en leek de wandeling – die volgens de bordjes zo’n 110 minuten zou moeten beslaan – nog het meest op een eindeloze speurtocht. Hoewel toenmalig wethouder Alexander Geertsema, inmiddels zelf min of meer op straat gezet, anders wilde doen geloven, werden toeristen die de route probeerden te lopen herhaaldelijk het spreekwoordelijke bos in gestuurd. Kwalijker nog: de in diverse media opgesomde fouten werden nooit hersteld.

Nu twee jaar later het gros van de sleuteltjes van de palen is afgebroken, en veel van de bordjes door grapjassen een verkeerde kant op zijn gedraaid, zijn de wegwijzers net zo onbruikbaar geworden als de Stadsgehoorzaal tijdens een gemiddeld theaterseizoen – maar daarover een volgende keer meer. Met de zomer voor de deur moet deze Leidse Doodloper dus nodig eens kritisch worden bekeken. En als dat wederom teveel gevraagd is, laat het grofvuil de bordjes dan maar opruimen. Ze staan immers niet voor niets al een tijdje op de stoep.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column

Asfal-Téring!

Meligheid door de geluidsbarrière. Zo zou je de onder meer door Jochem Myjer ingesproken ringtones van de 3 October Vereeniging kunnen omschrijven. Voor wie normaal al nerveus wordt als z’n mobieltje onverwachts gaat en voor wie gevoelig is voor het uitventen van ziekten in dialoogvorm zijn de vier lekker Leidse vliegende-té-ringtones wellicht wat minder geschikt.

Nog meer tering. Asfaltering, om precies te zijn – dé specialiteit bij uitstek van de firma Lee Construction Ltd. Althans, dat speldde Mister Lee de gemeente Leiden op de mouw. ‘Als u nu eventjes 25.000 euro overmaakt op onze rekening voor die gaten en kuilen in twee parkeerterreinen in de Mors, dan ziet u daar binnenkort helemaal niets meer van,’ aldus de offerte die het bedrijf uitbracht. De gemeente maakte het geld braaf over en zag daar inderdaad helemaal niets meer van. De gaten en kuilen zitten er nog steeds, en van de firma Lee ontbreekt inmiddels elk spoor.

Tering, zou ik bijna zeggen… Springt ons stadsbestuur dan werkelijk zo slordig met gemeenschapsgeld om? Deze real life-variant van de Stratenmaker op Zee-show staat namelijk niet op zichzelf. Als je als aannemer eenmaal je voet tussen de deur hebt, blijkt de gemeente Leiden Ltd. een cash cow te zijn die zich gewillig laat uitmelken. De truc is simpel: hou je offerte laag, creëer een geen-weg-terugsituatie en hou dan je hand op. Het Scheltemacomplex pakte 1,2 miljoen duurder uit dan gedacht, en ook in het geval van de Stadsgehoorzaal loopt de overschrijding nu al in de miljoenen. Maar daarover een volgende keer meer…

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Column